Ik poets niet graag, dat is duidelijk aan mijn zilverwerk te zien. Vroeger kwam mijn moeder af en toe een dagje zilver poetsen. Vond zij gezellig, ik ook. En mijn spullen konden er weer een tijdje tegen. Ik heb jaren geleden een dienblad van mevrouw S. gekregen en ik dacht dat de rand van koper was. Toen zij een keer bij ons op bezoek was vertelde zij dat het zilver was en dat zij dat vroeger iedere week moest poetsen. Ik laat het gewoon doorgaan voor koper, ik ga liever schrijven, lezen dan poetsen. Maar poets ik dan helemaal niets? Jawel hoor, mijn tanden, drie keer per dag.

Opeens denk ik eraan dat vroeger iedere zaterdag alle vrouwen uit de straat de koperen deurbel, deurknop en brievenbus poetsten, de ramen aan de straatkant werden gelapt en het sop werd over het stoepje gegooid dat dan geschrobd werd. Ik vond dat laatste leuk om te doen, dat weet ik nog. Dit alles zie ik nu nooit meer, laat staan een hele straat tegelijk aan de wekelijkse schoonmaak. Duidelijk andere tijden.