Ik las onlangs twee citaten op een briefje dat ik vond in een doosje toen ik naar iets anders zocht over ouderdom. Geen idee van wie ze zijn. De eerste luidt:

Ouderdom is voor sommigen wintertijd, voor anderen oogsttijd.

Nu weet ik niet precies wanneer de ouderdom precies begint; bij je pensioen, bij 70, 80? Ik word dit jaar 70 maar voel me totaal niet tot de ouderdom behoren. Draag nog rode kousen, heb nog de slappe lach met vriendinnen en wil nog steeds van alles bijleren. Geen wintertijd, soms oogsttijd, maar ook nog steeds opbouwtijd.
Het volgende citaat luidt:

Wie zichzelf te oud vindt om nog iets te leren is waarschijnlijk altijd al zo geweest.

Dat zou best wel eens zo kunnen zijn. Sommige mensen zijn al oud tijdens hun zomerjaren, anderen nog jong van geest in het laatste deel van hun leven. Dat zijn denk ik inderdaad mensen die altijd nieuwsgierig zijn geweest naar andere culturen, naar beweegredenen van mensen, naar stromingen in de kunst of gewoon interesse hebben in alles om hen heen en de veranderingen die plaats vinden. Van de week in het Volkenkundig museum heb ik me weer gelaafd aan de culturen van andere volkeren, hun geschiedenis en dat neem ik dan weer met me mee naar huis. Maar niet alleen ik, mijn vriendinnen ook. Een oogstdag, zeker weten.