Vogelvrij, zo vrij als een vogel. Maar hoe vrij is een vogel? Gevangen in een aangeboren ritme van trek, leg, zorg, zoeken naar voedsel en alert zijn op gevaar. Noem dat maar vrij.
Een vogelvrije mens is gevangen in angst omdat er een prijs op zijn hoofd staat en iedereen hem aan kan houden, op wat voor wijze dan ook en de hoofdprijs is dan meestal de dood. De outlaw uit de cowboyfilms, de man buiten de wet, nergens recht op, nergens veilig.

Dit schreef ik, zittend in de trein tijdens mijn vrije reis. Vrij als een vogeltje dacht ik, ik kon uitstappen waar ik wil. Maar al direct werd er omgeroepen: deze trein gaat niet verder dan Rotterdam. Ik werd dus direct al gedwongen een beslissing te nemen: uitstappen en blijven of verdergaan met een andere trein. Het werd dus verdergaan.
Ik las toen een boek van en over Lodewijk van Deyssel waarin een zin me opviel: ‘ Een museum lijkt altijd wat op een kerkhof’.

Ja, je kijkt inderdaad naar dingen die geweest zijn, soms eeuwen terug, soms vers van de pers. Je leest inderdaad de bordjes als op de graven, kijkt naar de werken zoals je naar bijzondere grafstenen kijkt, spreekt zacht en soms is de sfeer gewoon eerbiedig. Maar tegenwoordig zijn er ook andere tentoonstellingen. Er wordt hardop over gesproken, gelachen, kritiek op gegeven, kinderen lopen rennend rond, doen een speurtocht langs de werken en zijn er actief mee bezig.

Voor beide is wat te zeggen, maar zelf vind ik af en toe een wat eerbiedige sfeer wel fijn, in stilte iets tot je laten komen en laten indalen. Rijker naar huis gaan dan je gekomen bent, dat is eigenlijk een museum voor mij.