Van de week las ik weer eens in de dichtbundel ‘Over het verlangen naar een sigaret’ van Rutger Kopland. Ik onderstreepte nu weer andere stukken dan een vorige keer. Die stukken zijn heerlijke brokjes om op te kauwen, over te peinzen. Neem nu

pag. 11 uit: Terug naar de boerderij

waarom gebeurt alles en dacht ik
alles gebeurt maar één keer en de eerste
keer is altijd de laatste

Dat lees ik dan een paar keer om te snappen wat hij nu zegt. Hij zegt hier in deze strofe een heleboel. Eerst de vraag: waarom gebeurt alles? Gebeurt het omdat het een gevolg is van het voorgaande en dus wel moest gebeuren? Is het toeval en dan, bestaat toeval wel of is alles al voorgeprogrammeerd? Hoe zou je anders in de toekomst kunnen kijken zoals sommige mensen door de eeuwen heen echt schijnen te kunnen. Je zou de vraag ook kunnen afdoen met: daarom. Maar eerlijk gezegd weet ik echt niet waarom alles gebeurt, ook als ik er langer over nadenk. Dit is voer voor filosofen.

En dan de volgende zinnen. Ja, als alles inderdaad maar één keer gebeurt dan is het dus ook direct de laatste keer. Ik denk wel dat het zo is want niets is hetzelfde als een volgende keer, altijd is er wel iets veranderd waardoor het niet meer precies is zoals het was. Dat kan maar één ding betekenen: heb je het nu goed, geniet ervan want dit stuk komt niet terug. Heb je het nu slecht, dan ben je geneigd hetzelfde te zeggen maar dan andersom: wees niet bedroefd want het komt niet terug. Maar we weten allemaal dat tegenslag, verdriet op vele manieren kan terugkomen en het eenmalige ervan geen garantie biedt op een volgende keer beter. Helaas.