EENZAAMHEID

De eenzaamheid is als de regen.
Zij komt vanuit de zee de avond tegen.
Uit verre streken, vlak en afgelegen,
stijgt zij naar de hemel, die haar steeds bezat;
en uit de hemel valt zij op de stad.

Ze valt op grijze uren zonder zegen
als alle stegen weer de nacht loslaten
en als de lichamen, die niets verkregen,
elkaar ontgoocheld en bedroefd verlaten;
en als de mensen, die elkaar maar haten,
onder dezelfde dekens moeten dromen-

dan spoelt de eenzaamheid naar de stromen…

Rainer Maria Rilke.
Uit: Wie nu alleen is

Wat een schitterend gedicht van Rilke (1875-1926). Dit moet je een paar keer lezen en het liefst hardop, dan komt het nog beter tot je. Althans, dat geldt voor mij. En al houd ik niet zo van dit soort rijm en staat er wel drie keer het woordje ‘ als’ in de laatste strofe en beginnen zinnen met het woordje ‘ en’ ( dit proberen wij altijd te vermijden want ‘ hoort niet’), ik vind het prachtig want het roept zo mooi het beeld op van mensen die eenzaam zijn in het samenzijn. Ik vraag me wel eens af wat erger is: eenzaam en alleen, of eenzaam samen met een ander.