In een doosje.

Twee schelpen liggen in een gesloten doosje. De grote schelp zegt:’ Wat lig je dicht tegen me aan, dat ben ik niet gewend. Mijn laatste jaren heb ik in de buitenlucht aan een rugzak gehangen en nu zit ik opgesloten in een donker doosje.’

Het andere, kleinere schelpje gaat wat opzij en zegt:’ Mijn laatste jaren heb ik ook in het licht gelegen. Waarom werd ik opgepakt, meegenomen en opgesloten?’

De twee schelpen denken terug aan de dagen dat zij nog volop in het daglicht waren, al waren ze fysiek al eeuwen dood. Maar omdat de geest levend blijft, leven de schelpen in gedachten voort.

‘ Wat was jij eigenlijk voor schelp?’, vraagt de kleinste.

De grote stevige, vol ribbels zegt met een wat gemaakt plechtige stem:’ ik was uitgekozen om verder te leven als pelgrimsschelp, de beroemde Sint-Jacobsschelp, en heb de hele weg die mijn pelgrim ging mee beleefd. Heb regen, wind, donker, licht, koude en hitte doorstaan, net als mijn pelgrim. Ik was zijn vrijgeleide en als dank zit ik nu opgesloten in het donker.’

‘ Ik lag heerlijk op het strand’, zei de kleine schelp met de drie kleurige strepen. ‘ Voelde de wind die zand over mij heen blies, voelde het water weer over mee heen stromen tot iemand zei:’ deze is mooi, die neem ik mee’. En zo blij en trots als ik toen was, zo somber ben ik nu. Nooit gedacht zo te eindigen’.

Marisca