Met z’n zessen in een huis in het bos, heerlijk. Vandaag geen vaste plannen, dus ieder gaat zijn weg. M. En P. zijn fietsen, Ton en ik lopen naar Norg en A. werkt de hele ochtend maar neemt nu even pauze voor een wandeling met R. Het is nog steeds heerlijk herfstweer , heel stil, behalve als er eikels op het dak vallen. Ik zit geregeld lekker te schrijven aan de grote tafel. Zo ook n.a.v. de zin : Mijn ogen zien: het regent licht.

Direct zie ik dan een bos voor me met bundels zonlicht in een wat mistige ochtend en in dat licht wat verdwaalde druppels van de bladeren. Een sprookje op een gewone dag. Maar wat is gewoon? Als er niets spectaculairs gebeurt? Als alles voortkabbelt zoals op die dag bedoeld was?

Maar juist dan kun je verrast worden door het onverwachte licht in het bos, de bijzondere paddenstoelen vlak voor je voeten, de kleuren van het vallend blad.

Het bos schuilt

in de mist

het regent licht

druppels vallen

zacht als

verdwaalde herfsttranen