Vandaag wil het lijf niet zo, maar het koppie doet het gelukkig wel. Dat is dan mooi een gelegenheid om eens een paar gezegdes op te zoeken die ik nog niet ken over schapen. En dat is makkelijk als je internet gebruikt. In een oud boek zie ik dat veel van die gezegdes teruggaan op de bijbel. Wat ik jammer vind is dat veel gezegdes verdwijnen en veel (jonge) mensen ze niet meer kennen. Dus doe ik gewoon er een paar op Fluweelbloem om de boel weer een beetje aan te zwengelen. En dat alles naar aanleiding van een kudde schapen gisteren door ons dorp.

Bij het eerste glas een lam, bij het tweede een leeuw, bij het derde een zwijn.

Door drank kan een zachtaardig mens veranderen tot een bruut.

Om de wol scheert men de schapen.

Vriendschap wortelt vaak in eigenbelang.

Wie zich tot schaap maakt, wordt door de wolven gevreten.

Wie zich niet weert, wordt onder de voet gelopen.

Hij is altijd schaap gebleven.

Hij is nooit slim geworden.

Je scheert de schapen naar gelang ze wol hebben.

Je moet niet tegen elke prijs voordeel willen nastreven.

Het schaap met vijf poten.

Iemand die alles kan.

Eerst een raap, en dan een schaap, en dan een koe, zo gaat het naar de galg toe.

Wie eens steelt, komt van kwaad tot erger.

Dat schaap zal een zachte dood nemen.

Van die persoon zal je nooit meer iets horen.

Zijn tong is niet van schapenleer.

Hij weet goed wat lekker is.