Ik was net vandaag van plan om weer eens over de beroepen te schrijven in de Franse Tijd toen ik een mail van Ibo ontving over het stuk op 5 december. Ik had het daar over een boomster en Ibo en ik dachten aan een vrouw die de afsluitboom van een tol bediende. Maar Ibo zou Ibo niet zijn als hij niet verder zou gaan zoeken, ( daarom ben ik zo blij met hem als vriend) en hij heeft via internet voor ons weten te achterhalen wat dat beroep inhield en nog steeds mogelijk inhoudt. Omdat hij het zelf zo goed opschreef neem ik dat gewoon over, met zijn toestemming. Volgende keer ga ik met de beroepen door die met een c beginnen en daar zijn ook weer beroepen bij waar ik nog nooit van heb gehoord. Dat ga ik dus eerst even wat meer uitzoeken, maar voor nu hebben we info genoeg over de ‘ boomster’.

Lang geduurd, maar eindelijk toch gevonden. Het betreft het beroep: boomster

jouw verhaal van 5 december 2014.

Ook in de familie Reijnders kwam het beroep BOOMSTER voor bleek uit de gegevens die ik op internet vond. Een mail gestuurd en

Ik kreeg van de familie Reijnders het volgende antwoord:

“Mijn schoonvader was planner in een textielfabriek. Mijn vrouw is dan ook een beetje thuis in de terminologie van de textielindustrie.

Toen ik het beroep ‘boomster’ noemde, was het eerste wat ze zei:’ iemand die een boom opzet’

Als ik het goed begrijp is ‘een boom opzetten’ het gereedmaken van de boom met lengtedraden waar tussendoor later de dwarsdraden worden ‘geweven’ . In Haarlem was vroeger ook textielindustrie, dus dat past.

TEXTIEL

Een weefgetouw is wel een wonder van vernuft, maar weven was toch puur handwerk. Aan het feitelijke weven ging een arbeidsintensief proces vooraf. Van het vlas werd eerst het zaad eraf gerepeld om te verwerken tot lijnolie. Dan werd het vlas drie weken in water gezet, waarna het met een grove kam werd gehekeld tot vezels.

Voordat de vezels met een spinnewiel tot draden werden gesponnen, werden ze met een fijnere kam nog eens gehekeld. De gesponnen draden werden op de kettingboom gezet, die in het weefgetouw werd geplaatst. Pas dan kon het worden geweven tot een grof soort linnen. Het is schering en inslag dat we uitdrukkingen uit de textielbewerking in onze taal tegenkomen: hekelen, oprakelen, een boom opzetten, over één kam scheren.”

gr.Iep