Een van de kerstliederen die ik het mooist vind is ‘ Midden in de winternacht ging de hemel open’. Ieder jaar weer komt het licht in het donker en zing ik het met kippenvel mee in de kerk. Van jongs af aan was dit het lied dat mij het meest beroerde. Zoals samenzang mij altijd beroert doet dit lied het dubbel. Dat is de kracht van muziek, want ik denk niet dat het de tekst van het lied is die me zo roert. Al is die openingszin prachtig: midden in de winternacht ging de hemel open. Je ziet en voelt het licht dat de duisternis openbreekt. Je voelt de energie die vrijkomt. ‘ Laat de bellen slaan, sla op de trom, Christus is geboren’. Dat slaat dus echt op de kerstnacht, al schijnt Jezus zeker vijf jaar voor Christus te zijn geboren.

Als het een andere tekst had gehad, bijvoorbeeld gewoon over de winter, zouden we het maandenlang kunnen horen en zingen. Maar dan gaat de betovering verloren en dat speciale gevoel dat toch hoort bij de kerstnacht, al ga ik al jarenlang niet meer naar de nachtmis. Tja, de leeftijd en de luiheid slaan ook met de kerst toe. En ik vind het prima.