Als ik naar letters kijk, dan bepaalt niet alleen de vorm van de letter of ik die hard of zacht vind, maar ook het lettertype.

A of a is een wereld van verschil.

A is een technische letter zonder poespas, een soort bouwwerk.Hij zou zo van staal kunnen zijn, glad en hard van buiten en binnen.

De a is zacht en vloeiend en zou van rubber kunnen zijn, of van stof. Aaibaar, je kunt er tegenaan rusten.

Onder de A kun je schuilen voor de regen en toch nog nat worden, want de wind waait er aan alle kanten doorheen.

Ik ben anders naar letters gaan kijken door de mogelijkheden op de computer en door het boek ‘ Letterkunst’ van Kees van Kooten en Ewald Spieker. Van Kooten kan zo heerlijk schrijven over het alfabet en wat letters en woorden met je kunnen doen. Hij roept herinneringen bij je op zoals bij het stukje:

Sommige van de zesentwintig letters waren ons van het begin af aan liever dan de andere. Je favoriete letter was natuurlijk de letter waarmee je voornaam begon; die wilde ieder kind zich als eerste eigen maken, want die letter was je tenslotte zelf. Dit was ook de letter die je gaandeweg van niet-officiële haaltjes en krullen durfde te voorzien…’

Dan ben ik weer even kind en denk aan het plezier dat je had als je een letter mooi kon schrijven en inderdaad later de letters ging versieren. En dan nog even terug te komen op de A, hierover schreef Adriaan van Dis in ‘familieziek’ dat: …’ meneer Java als een A voor het raam stond.’ Die stond dus wijdbeens voor het raam met waarschijnlijk zijn handen op zijn rug. Mooi beeld , had ik zelf wel willen bedenken. In de trein zit ik vaak te schrijven over de letters en hoe ze op me over komen.Ik ben gekomen tot de K, dus mijn eigen letter moet nog komen.