Nadat ik vanavond lekker lui tv heb gekeken, gaat Ton nu kijken. Inderdaad, naar voetbal of over voetbal. Ik zit nu op mijn kamer en kijk de stapel’ daar kan ik nog wel eens wat mee’ door. En jawel, iets interessants om door te vertellen.

Al eeuwen horen mensen die iets willen maar het lukt (nog) niet zo: ‘waar een wil is, is een weg.‘ Ik schrijf ‘eeuwen’ want het was de filosoof Seneca, de leraar van de Romeinse keizer Nero, die dit voor het eerst uitsprak: Nihil obstat erumpere et exire cupient, ofwel: waar een wil is, is een (uit)weg.

Hij zei dit na een heel bijzondere gebeurtenis , lees maar mee: een Germaan was door de Romeinen gevangen genomen en moest als slaaf vechten tegen wilde beesten. Maar de Germaan vond dit zo vernederend om zo de dood te worden ingejaagd, dat hij liever zelfmoord pleegde. Zijn bewakers wisten dit en hielden hem goed in de gaten. Toen hij vlak voor een voorstelling naar het toilet mocht greep hij zijn kans. Hij pakte de spons aan de stok die de Romeinen gebruikten om hun billen mee af te vegen en stak deze in zijn keel. Een erge, onsmakelijke dood. Maar een dood door hemzelf gekozen, hij nam het lot zelf in de hand. Seneca noemde hem een flinke kerel en schreef de bovenstaande tekst aan zijn vriend Lucilius: waar een wil is, is een (uit)weg.

Deze informatie vond ik op een blad van een oude scheurkalender van het Historisch Nieuwsblad. Foto’s van internet waarop Seneca staat afgebeeld en het gevecht tegen de wilde dieren. Klik erop om ze vergroot te zien.