Als ik dit type zit ik met Ton lekker op ons balkon. Net als gisteren, maar nu zonder vrienden en familie. Ik was bang de vogels te missen hier op vier hoog, maar dat valt gelukkig mee. Gisteren wees I. me op gierzwaluwen, een stormmeeuw, ikzelf had de zwaan al gezien die op zijn dooie gemak oversteekt en al het verkeer laat wachten. Dan glijdt hij de volgende sloot in. Zeg je eigenlijk sloot tegen zo’n water door je dorp? Er staan geen koeien, paarden of schapen aan de andere kant van het water maar huizen. En ik zie een stel Vlaamse gaaien geregeld langs vliegen. En dan de meeuwen, de klauwtjes, de duiven en eksters. Ik hoor de merel, de tjiftjaf, de vogel die ‘fjieiet’ steeds achter elkaar fluit. Net alsof hij op zijn vingers fluit naar een mooie vrouwvogel die langskomt. Er is dus genoeg vogel om van te genieten. En ons balkon heeft zich al gevuld met planten. Dus je snapt waarom wij er zo graag zitten. Oh ja, af en toe een fietsenbel en een zwaaiende vriend of vriendin beneden, dat is ook heel leuk. Kortom, we zitten niet alleen binnen te genieten maar ook buiten.