Vandaag had ik een spijbeldag en ben naar Rotterdam gegaan met de trein. Mijn vrije reis lag nog op me te wachten en de tentoonstelling waar ik heen wilde was verlengd, dus op naar Boymans van Beuningen en het werk van Brancusi, Rosso en Man Ray. En het was de moeite waard. Hoewel, zoveel moeite is het niet. Ton zette me bij het station af, ik was natuurlijk veel te vroeg want die vrije reis moet nu via de automaat worden opgehaald en dan moet ik even oefentijd hebben. Maar het was nog simpeler dan de beschrijving. Koffie, oude bekenden tegenkomen, een tijdschrift kopen en in de trein stappen en in Rotterdam uitstappen. Geen moeite dus.

In de trein las ik ‘Quest historie’ over het ontstaan van de twee minuten stilte die wij op 4 mei in acht nemen. Wij hebben dat van de Engelsen overgenomen. Die eren al vanaf 1919 de slachtoffers van de eerste wereldoorlog ( ik kan het gewoon niet met hoofdletters schrijven). Zij doen dat om elf uur, op de elfde van de elfde maand omdat op dat tijdstip in 1918 een einde kwam aan de oorlog. Bij ons werden in 1946 spontane stille tochten gehouden en was een deel van de bevolking twee minuten stil. Maar er kwam behoefte om het officieel te maken en na geharrewar over het aantal minuten hakte de Commissie Nationale Herdenking de knoop door en zo wordt er sinds 1948 op 4 mei ’s avonds om acht uur twee minuten stilte betracht door heel het land. Maar waarom dat ’s avonds om acht uur is, dat staat er niet bij. Misschien omdat (bijna) iedereen dan thuis is na het werk?

In Rotterdam aangekomen natuurlijk foto’s gemaakt van het station en omdat ik ook voor het museum te vroeg was heb ik in het restaurant wat tulpen die op tafel stonden op de foto gezet. Grappig, ook hier tulpen om me heen.