Vanmorgen was ik weer naar het schrijfcafé en het thema was ‘ thuis’. Via allerlei opdrachten ga je het thema verkennen. Met bijvoorbeeld een open zin: ‘Als ik het woord ‘thuis’ hoor denk ik…

aan de geborgenheid die ik daar voel, mijn eigen plek met mijn eigen spullen. Straks in een ander huis, maar ook daar weer ‘ thuis’.Thuis kan ik me ook bij mensen voelen of op bepaalde plekken. In onze caravan, omgeven door onze eigen spulletjes voelde ik me thuis, maar ook in het huisje in Bretagne, tussen andermans spullen. Ik krijg dan het gevoel ‘ laat mij hier maar een tijdje zitten’. Lopend langs een stil strand voel ik me daar thuis, maar als het vol met dagjesmensen is, dan weer niet. Soms heb je het ook met nieuwe mensen die je ontmoet. Het is de blik in de ogen, de stem, de houding die maakt dat je je bij die mens thuis voelt.

Maar het geldt ook voor gebouwen, dieren en kunst. Soms is er in een museum of galerie een beeld waar ik direct heen loop. Ik wil het dan aanraken, maar dat mag meestal niet. Thuis gelukkig wel. Toen ik onze beelden voor het eerst zag wist ik direct: die is voor mij gemaakt. Met schilderijen heb ik dat wat minder, maar wat sfeer betreft voel ik mij meer thuis in de moderne kunst, de wat abstracte, dan in de oude kunst die de werkelijkheid uitbeeldt zoals ik die ook zie. Daar voel ik mij niet zo thuis, ik houd ervan als er nog iets te raden valt en ik word aangespoord eens anders naar de werkelijkheid te kijken.

We kregen ook een gedicht van Kees Spiering en dat begint zo:

Thuis

Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.

Wat een geluk als je dat mag ervaren. En dat geluk heb ik. Een van de woorden die ik vanmorgen gebruikte gaf dat gevoel weer: ik voel me bevoorrecht.