Van onze oudste kregen we een tijdje gelden een scheurkalender met allerlei kleine verhalen en feitjes over vroeger. Ik kijk ze door en scheur eruit waarvan ik denk: daar kan ik nog wel een keer iets mee. Zoals die over de ‘landverhuizers’. Vreemde naam eigenlijk, alsof je een land gaat verhuizen, maar jij bent het die van het ene land naar het andere verhuist.

Tussen 1948 en 1965 emigreerden een half miljoen Nederlanders naar Canada en Australië. Zo ook ook enkele tantes van mij met hun gezinnen en mijn schoonzus en zwager.

Bij het afscheid zei mijn moeder, toen de boot wegvoer: ‘die zie ik nooit meer terug’.

Bellen was in die tijd heel duur en familieleden legden vaak geld bij elkaar om op speciale gelegenheden naar de verre familie te bellen. Vaak was het maar een paar minuten, dat herinner ik me ook. Klokje stond ernaast en een echt gesprek was zo niet mogelijk.
Maar mensen zijn vindingrijk en toen de casettebandjes in zwang kwamen was dat een alternatief voor de telefoon. Hele bandjes werden volgesproken en gezongen en opgestuurd. Zo bleven ze wat levendiger op de hoogte van elkaar dan alleen met brieven.

En nu gaat alles zoveel makkelijker via internet. Ik mail mijn schoonzus en even later heeft ze de brief al binnen. En bellen is ook niet duur meer. Zegeningen van deze tijd.