Nog een zin uit het gedicht “Februarizon’ van Paul Rodenko:
‘het straatgebeuren zeilt uit witte verten aan’

Direct zie ik dikke witte wolken in de lucht die aankomen zeilen, bol opgeblazen als zwanenvleugels. Maar in deze regel zeilen ze niet over het straatgebeuren heen maar zit het straatgebeuren er middenin opgesloten.
Is het er stil? Zijn alle straatgeluiden daar gedempt? En als de auto’s, fietsen en wandelaars eruit komen, zwelt dan het straatgeluid weer aan?
Witte verten, geen witte wolken, maar ik zag het direct voor me als wolken. En het is nog niet hier maar komt uit de verten hierheen.
Wat is het toch wonderlijk dat als je woorden op een andere manier rangschikt, er een ander beeld ontstaat, met precies dezelfde woorden.
Bijvoorbeeld: ‘het witte straatgebeuren zeilt uit verten aan’. Dan heeft het gesneeuwd en zie ik het niet echt bewegen maar als een herinneringsbeeld binnenkomen.
Daarom vind ik het zo leuk allerlei woorden uit te knippen en die steeds anders met elkaar te combineren. Heerlijk dat ik spelen met woorden en beelden nog zo leuk vind om te doen. Heb je weinig voor nodig, alleen wat tijd. En die heb ik gelukkig nog in overvloed.