Ik las het volgende citaat van Carl Jung:’ We worden in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats geboren en evenals wijnranken behouden wij we het aroma van onze oorsprong’.
Denkend daaraan kwamen bij mij de volgende gedachten naar boven:

Direct moet ik denken aan al die geadopteerde kinderen uit verre culturen. Hun eerste geuren en geluiden zullen ze in hun nieuwe omgeving niet meer vinden. Alles is anders voor ze en vaak zijn ze uiterlijk ook anders dan hun nieuwe omgeving. Ondanks lieve adaptieouders kan ik me het gevoel van ontheemd zijn goed voorstellen.
Ze doen hun best maar het aroma van hun afkomst, de familie, het land, dat is voor hen verloren gegaan.
Ik denk ook aan wat ik vaak lees en hoor, en zelf heb ervaren, dat als je op een nieuwe plek aankomt, vaak ver van huis, dat je je daar direct thuis voelt. Of je er al eens bent geweest. Alles klopt dan en je denkt: laat mij hier maar een tijdje. Even de wortels in de grond.

Maar om op de wijnranken terug te komen, die zijn soms naar andere continenten verpoot en doen het goed in de nieuwe grond. Ze behouden hun aroma, hun smaak. Met mensen is het soms anders. Die moeten zich aanpassen aan de nieuwe omgeving, hun eigen aroma loslaten, voor zover dat kan, en opgaan in de nieuwe omgeving om geaccepteerd te worden. Anders blijven ze altijd ‘ de vreemdeling’.
Wat een geluk heb ik dat ik mijn aroma mocht behouden omdat ik geworteld bleef in dezelfde grond als mijn ouders en voorouders.