Ik zit lekker op het balkon te lezen en wissel dat af met wat puzzelen. Ik moest een ander woord vinden voor ‘plaats van oorsprong’. Nadat ik wat letters had kwam er eerst baker en toen wist ik dat er mat achter moest.

Bij dat woord ging er van alles door mijn hoofd. Ik zag een vrouw die moest bevallen en geholpen werd door een baker. Toen het kind was geboren werd het op een speciaal matje neergelegd, eigendom van de baker: de bakermat.
Het is een wat saai ogend matje dat snel gewassen kan worden want iedere baker heeft maar één bakermat en ze weet nooit wanneer het volgende kind het nodig heeft.
Het matje gaat van moeder op dochter, mits die dochter ook baker wordt.
Werd in de winter de mat te heet verwarmd, dan werd het kind, helaas voor de ouders, te heet gebakerd.

Behalve een bakermat had de baker ook bakerpraatjes die ze te pas en te onpas bezigde. De meeste mensen wisten dat die praatjes op bijgeloof berustten maar toch waren er genoeg mensen die ze voor waar aannamen.

Enkele van die bakerpraatjes waren:
Worden je ribben blauw geschopt? Een jongen. Meisjes schoppen lager.
Draag je je baby hoog? Een meisje.
Zijn je handen zacht? Een meisje.

Dat is toch zo leuk als je over woorden die je gebruikt soms wat langer gaat nadenken en je fantasie de loop laat.
Ik tik het woord ‘baker’ in om naar een plaatje te zoeken en dan zie ik hoe onze taal al vol engels zit want ik krijg allerlei plaatjes van bakkers en hun spullen en George Baker. Maar ik heb er een gevonden en duidelijk is de bakermat te zien.