Terwijl hondje Bas op mijn schoot lag te slapen, las ik in het boekje van Wim Daniëls: ‘Huppel Nederlands’. De vrolijkste woorden uit de Nederlandse taal volgens hem.
Ik drink een espresso en lees over het woord cappuccino. Het was een woord dat niet in mijn vocabulaire voorkwam als kind, ik kende wel ‘peignoir’ en abattoir’, maar cappuccino, daar had ik nog nooit van gehoord. Ik heb toen ik het woord wel al gebruikte nooit geweten dat het een relatie heeft met de monnikskap van een kapucijnermonnik.
Maar als ik afbeelding op internet opzoek van die monniken, dan zie ik bruine pijen met bruine capuchons. Dus dat witte melklaagje zie ik niet terug in hun kleding. Hoe ontstaat dan toch zo’n woord? Geen idee.