Apparaten zijn heerlijk als ze het doen. Of als ze doen wat wij willen. Maar als ze een eigen leven gaan leiden, dan ben ik er niet zo blij mee, vooral als dat ’s nachts gebeurt. Met het heerlijke vooruitzicht een uur langer te kunnen slapen gingen we gisteravond naar bed. En net toen ik bijna in slaap was hoorde ik een alarmgeluidje uit het infuus komen. Het was maar even en ik dacht: foutje, maar is nu voorbij. Maar toen het na vier minuten weer terugkwam en weer en weer, toen ben ik maar eens gaan kijken wat er op het schermpje stond. Dit keer geen lucht in de leiding maar batterijen die bijna op zijn. Gelukkig mogen we de thuiszorg ook in de nacht bellen en zo kwam het dat in de stromende regen twee vriendelijke medewerkers van de thuiszorg langskwamen en de batterijen vervingen ( ik heb genoeg in voorraad) en het apparaat weer correct aan de gang brachten.
Daarna heb ik heerlijk geslapen en tot nu toe doet het apparaat precies wat wij willen. En zo hoort het ook.
En Ton? Die hoorde niets, sliep gewoon door, totdat ik het licht aandeed. Slechthorend zijn heeft zo ook zijn voordelen, dat bleek maar weer.