Van de week fietste ik naar het strand en maakte daar foto’s van het zand die ik nog niet gemaakt had. Soms vallen dingen je opeens op. Zo zag ik patronen in het wat natte, harde zand die ik nog niet had gezien. Het ritme van de patronen was zo mooi dus: op de foto.

Toen ik terugliep door het zachte, vermoeiende zand, zag ik opeens de kleine kuiltjes die al die voetstappen voor mij hadden achtergelaten. En geen enkel kuiltje was gelijk aan de ander. Dus door de knieƫn en op de foto. Thuisgekomen vond ik ze op de computer nog veel boeiender dan in het echt. Dat is ook de magie van de fotografie: iets gewoons buitengewoon maken. En daarom geniet ik zo van fotograferen en vooral het voorafgaand in mijn eentje rondlopen en kijken en steeds maar weer kijken.