Afgelopen zondag heb ik in het natuurmuseum Rotterdam de huid van verschillende krokodillen bewonderd en het verschil in grootte. Is de een amper een meter, de ander is ruim drie meter. Lekker als ze niet weglopen en je rustig de tijd kunt nemen om ze te fotograferen. Opeens moest ik aan een springliedje denken van zo’n tien jaar na de oorlog:

‘Onder de brug van het Spaarne daar lag een krokodil.
Ik wou erop gaan varen, toen beet hij in mijn bil.
Au, au, au, mijn hele bil is rood-wit-blauw.’

Ik kijk ook in het dikke boek dat Herodotos in de vijfde eeuw voor Christus schreef over krokodillen, maar dat komt morgen. Nu de foto’s.