Ik heb het boekje ‘Overpeinzingen van een bramenzoeker’ van R.N. Roland Holst weer eens gepakt toen ik een stukje met de trein moest. Een stukje trof mij omdat het past onze levensfase: geen verre reizen meer maar tevreden zijn dichterbij te verpozen. De schrijver stierf in 1938 en zijn taal is heerlijk ouderwets langzaam.

…’Mijn jongere vrienden schrijven mij hoe zij op de steilste Alpen klimmen en ik verdroom hier de middag tussen de bloeiende hei, volgend het spel van schitterlichte arabesken, die zon en water te zamen tegen de donkere oever vlechten.
Zou ik te oud worden voor die hoge tochten? Mijn haren, het is waar, grijzen, maar fataler teken lijkt mij nog die diepe bevrediging die het hart in dadeloos mijmeren vindt. Zou alleen mijn gevoel nog kunnen klimmen tot waar de wolken zijn?’…