fluitenkruid

Vele, vele foto’s heb ik gemaakt van het Fluitenkruid. Van boven, van onderen, van opzij, het bleef me boeien. Zoals deze. Als je op de foto klikt zie je hem vergroot en zie je nog beter de schoonheid van de bloemen.

terugblikje

We zijn weer thuis van een weekje in Bergen. Het weer was niet om over naar huis te schrijven, dus dat heb ik niet gedaan. Er waren geregeld droge tijden en dan gingen we erop uit. Zo gingen we naar het prachtige stukje natuur in Sint Maartensvlotbrug: Wildrijk. Ik kon er niet eerder de foto’s van tonen, nu wel.
Volgend jaar gaan we begin mei terug.

Ons uitzicht vanuit ons huisje was prachtig. De omgeving was ook de wandelmoeite waard dus dat deed ik minstens eens per dag. Begeleid door wuivend fluitenkruid, de geur van de meidoorn, zingende vogels, je snapt, ik liep te genieten. Veel uitgebloeide paardenbloemen gefotografeerd en wat er nog verder aandacht trok. Dat komt later. Nu het uitzicht.

51

Vandaag is het 51 jaar geleden dat Ton en ik elkaar ons ‘ja-woord’ gaven. We vieren het samen in een huisje net buiten Bergen. Hadden gehoopt op mooi weer maar dat viel tegen. Wat niet tegenviel was het diner dat thuisbezorgd werd. Georganiseerd door de dochters, opgehaald door de eigenaar van ons huisje. Dat was heel feestelijk.

Morgen, onze laatste dag hier, schijnt het eindelijk mooi weer te worden. We wachten het af.

Observeren

Ik lees nu het boek ‘De H is van havik’ van Helen Macdonald. Had net een ander boek van haar gelezen en was er helemaal weg van. Zij heeft een sprekend taalgebruik en is zo’n goed observeerder. Neem nu deze tekst waarin zij haar nieuwe havik beschrijft:

De veren op haar kop hebben de kleur van vergeelde kranten, van papier met theevlekken erop, en lopen stuk voor stuk uit in een donkere, bladvormige pijlpunt, zodat ze van krop tot poten een patroon van vallende regendruppels te zien geeft’…

dus dat het buiten regent is niet zo erg, als je maar een goed boek bij je hebt. Maar straks gaan we er toch opuit, naar de beeldentuin van Nic Jonk.

rommel

rommel

r    ruim toch eens wat vaker op
o    of maak er nettere stapels van
m   menigmaal zeg ik dat tegen mijzelf
m   maar dat helpt steeds maar even
e    en dan liggen er weer overal stapels ideeën
l    lege ruimte is mooi, maar stapels inspiratie zijn nog mooier

rommel

cappuccino

Terwijl hondje Bas op mijn schoot lag te slapen, las ik in het boekje van Wim Daniëls: ‘Huppel Nederlands’. De vrolijkste woorden uit de Nederlandse taal volgens hem.
Ik drink een espresso en lees over het woord cappuccino. Het was een woord dat niet in mijn vocabulaire voorkwam als kind, ik kende wel ‘peignoir’ en abattoir’, maar cappuccino, daar had ik nog nooit van gehoord. Ik heb toen ik het woord wel al gebruikte nooit geweten dat het een relatie heeft met de monnikskap van een kapucijnermonnik.
Maar als ik afbeelding op internet opzoek van die monniken, dan zie ik bruine pijen met bruine capuchons. Dus dat witte melklaagje zie ik niet terug in hun kleding. Hoe ontstaat dan toch zo’n woord? Geen idee.

visite

Vanochtend ging ik met nichtje F. naar het graf van Frank, mijn broer en haar vader. Toen ik wat van het hoge riet wilde wegknippen kwam er opeens een eend tevoorschijn. We ontdekten toen dat zij een nest met acht eieren had gemaakt tegen de steen van Frank aan, verborgen achter het riet. We hebben toen alleen snel wat plantjes in de grond gedaan en zijn weg gegaan, om de eend weer terug te kunnen laten gaan naar haar nest. Zulke visite zou Frank leuk gevonden hebben, en wij waren er blij verrast mee. Leven na de dood.

paardenbloem

Zoals inmiddels bekend ben ik dol op de paardenbloem. Nu eens geen foto ervan maar een tekening, ook leuk om te doen en je hoeft er de deur niet voor uit.

danseressen

Dit was de tweede kaart die ik kreeg om bij te schrijven.

De kleuren spatten eraf. Dat komt ook door de twee dansende vrouwen. Waar zijn ze? Hun bovenlijf is ontbloot en ook hun voeten.
Op de grond brandende kaarsen. Is het een soort ceremonie? Is het een act in een nachtclub?
Ik heb het gevoel dat het ergens buiten is in een warm land. Ze zijn helemaal in trance, gooien hun benen op, zwaaien met de armen en gooien het hoofd achterover en weer naar voren.
De rokken lijken op elkaar en zwieren rond. Wat zou de muziek zijn waarop ze dansen? Ik denk trommels, opzwepende trommels die hun ritme aan de dansers doorgeven.
Nu ik op de achterkant van de kaart kijk zie ik dat de schilder Emil Nolde is en dat hij het in 1912 heeft geschilderd. De titel van het werk is ‘Kerzent
änzerinnen’.
Kersendanseressen? Intrigerend. Oh nee, stom, dat moet natuurlijk ‘Kaarsendanseressen’ zijn.

twee
dansende vrouwen
rond brandende kaarsen
zij zijn helemaal in
extase

schrijven bij een kaart

Gisteren tijdens het schrijfsamenzijn met twee vriendinnen kozen we ieder een kaart uit om over te schrijven. Mijn eerste keuze was deze kaart en ik schreef:


Ze kijkt me ondeugend en uitdagend aan met haar felle blauwe ogen. Verder niet veel kleurigs op de kaart. Het zijn haar ogen die het eerst opvallen, dan haar mond. Gesloten, bijna streng, maar toch ook wat ironisch, zo van: had je wat?
Ze is van vroeger tijden, althans, haar kleding. De grote hoed past niet eens helemaal in beeld. Hij lijkt me wat wiebelig, daar zit vast een hoedenspeld in. De kraag van haar jurk bedekt de hals want bloot, dat toon je niet. Wie heeft dit geschilderd? Dat staat niet op de achterkant van de kaart. Wel de datum: 1904 en de titel ‘ le chapeau rose’.
Maar ik zie niets rose in de hoed, wel een zweem van blauw, net als in haar gezicht.
Haar gezicht dat zegt: nou en? Nog meer commentaar?

Nee, ik heb genoeg gezien.


Thuis heb ik de foto die ik van de kaart maakte in de computer bekeken en zag daar aan de voorkant een stuk van de naam van de schilder: Leon Spill…Ik kon het niet goed lezen.
En dan is internet zo heerlijk want zo kwam ik erachter dat de schilder Leon Spillaert heette en een Belg was die leefde van 1881-1946. Bovendien ontdekte ik na verder zoeken de naam van de dame op het schilderij: Fiona Robertson.

Verder kijken »