first date

Ik zat aan tafel de krant te lezen toen ik een zwarte kraai steeds weer krr, krrr hoorde roepen, vlakbij. Dus even voor het raam gaan staan om te kijken waar het geluid vandaan kwam. Twee zwarte kraaien zaten vlak voor ons raam in de bijna kale lindenboom. De ene kraai die steeds riep zat wat hoger dan de andere. Verder deden ze niets, gewoon ieder op zijn eigen tak staan.
Wat me opviel was dat als de bovenste kraai krr krr riep, zijn staartveren uiteen gingen en als hij stil was, waren ze dichter bij elkaar. Na een tijdje was de onderste het stilstaan op die tak wat zat en ging er wat in pikken. En toen sprong hij/zij over naar een andere tak. Ook een paar keer in pikken en verder weer gewoon wat staan.
De bovenste kraai kwam niet van zijn/haar tak af.

In gedachten maakte ik van de roeper op de bovenste tak de man en van de wat onrustiger en wat onderzoekender kraai de vrouw.
Het roepen bleef geregeld terugkomen na steeds een stiltepauze. De vrouw trok aan wat dunne takjes maar kreeg ze er niet af. Toen opeens sloeg ze de vleugels uit en vloog weg. De bovenste keek verwonderd in het rond. Waar was ze nou?

En ik dacht weer in mensengedachten: een stel dat elkaar de ruimte laat om even apart op stap te gaan. En ik verwachtte dat hij haar wel achterna zou gaan. Maar nee. Na een tijdje vloog hij een totaal andere kant op na nog één keer even luid geroepen te hebben dat hij hier was.
Tja, als je dat niet op de muur kunt verven moet je het maar uitroepen.

Ik denk nu dat ze misschien helemaal nog geen stel waren en dat het hun ‘first date’ was. Zijn geroep beviel haar niet en dus ging zij er, zonder afscheid te nemen, opeens vandoor. Hij deed even of het hem niets kon schelen, ging nog even door met roepen, maar ging er toen ook vandoor. Hier was niets meer te halen.

avondlamp

Opeens zag ik dat er een avondlamp was aangegaan aan de horizon.

ammehoela

Zou iemand dat nog zeggen? En zo ja, dan is het waarschijnlijk niet iemand van de jongere generatie. Ik kan het me van mezelf wel herinneren. Meestal kwam er dan ‘ ja’ voor. Toen wist ik niet dat er ooit een koning was geweest die Amanoellah heette. Hij leefde van 1892 tot 1960 en was koning van Afghanistan. Hij wilde het land hervormen naar westerse maatstaven maar daar kwam de bevolking tegen in op stand en in 1929 ging hij in ballingschap en werd een veelbesproken societyfiguur.

Maar hoe komt die uitdrukking dan in Nederland?
Mogelijk heeft Jasperina de Jong dat bekend gemaakt bij het grote publiek door in de musical Sweet Charity te roepen’ ammehoela’ en daarbij zichzelf een klap op haar bil gevend.

Dat laatste zou terug kunnen gaan op koning Amanoellah die een figuurlijke trap onder zijn achterste kreeg. In zijn eponiemenwoordenboek citeert Ewoud Sanders uit een revue rond de jaren 1928 waarin de dialoog voorkomt: ‘Ik ben de koning’. ‘Ha, ha, jij koning? Aan me hoela’. ‘Ja, ik ben koning Amanhoellah’.

Ik heb twee foto’s van hem gevonden.

mist

Vanochtend weer eens heerlijk door het duin naar zee gefietst. Er hing een lichte mist en dat moest even op de foto. Ik wilde er nog veel meer maken maar helaas, accu leeg. Gelukkig had ik mijn mobiel bij me, maar met het fototoestel vind ik de foto’s toch beter.

En thuis zag ik in het grote gedichtenboek ‘Ik wou dat ik een vogel was’ een gedicht over de mist.

Kroop de mist

Kroop de mist tussen de bomen?
Dan is het herfst.

Vloog de bonte kraai over ‘t dak?
Dan is het herfst.

Zaten de bladeren als vanen aan de takken?
Dan is het herfst.

Jan Hanlo

kijk eens omhoog

Zoals bekend wonen we erg naar onze zin op vier hoog. Maar vooraf had ik nooit kunnen bedenken hoe we bijna iedere avond genieten van de wolkenluchten in het westen rond zonsondergang. Van de week keek ik eens op een ochtend naar het noorden en zag daar een prachtige regenboog. Snel fototoestel gepakt en vastgelegd. Maar die avond was er in het westen een schitterende lucht te zien en een heel verrassend vliegtuigspoor. Dat was genieten en natuurlijk veel foto’s maken.

aardrijkskunde vroeger

Ik zit wat te kijken in oude opgeslagen artikelen en kom terecht in een lesboek uit 1860: ‘Beknopte aardrijkskunde ten gebruik der lagere scholen.’
Ik pak er wat stukjes uit.

Pag. 17:

1. Ons land heet Nederland of Nederduitschland, omdat het lager ligt dan Duitschland.
5. De grootste lengte van ons land is 60 uren gaans en de grootste breedte 45 uren.

Pag. 19:

De lucht is in ons land niet ongezond, behalve langs de zeekusten, waar zij altijd kouder en vochtiger is.
Het klimaat, of de gesteldheid van het weder, is zeer veranderlijk.

Pag. 22:
Het eiland Schokland is thans onbevolkt. De vroegere bewoners, meest visschers, hebben zich over de naburige steden en dorpen verspreid. Vanwege hunne weinige zucht tot werkzaamheid heerschte er onder hen veelal armoede, welke niet zelden tot hongersnood oversloeg, als wanneer de Nederlandsche liefdadigheid- en nimmer tevergeefs- werd ingeroepen. In belang der Overijsselsche kust wordt het eiland nog onderhouden, welke onderhoud aan ons land veel geld kost. Ook vindt men er eenen vuurtoren, ten dienste der scheepvaart op de Zuiderzee.

De Zuiderzee was oudtijds slechts een klein meer, het meer Flevo geheten. Zij is waarschijnlijk in de 13 eeuw ontstaan.

Ik vind het leuk in die oude boeken te neuzen en steek er altijd wat van op. Maar zit ook met vragen. Bij 5: is dat per paard of lopend? Dat Nederland ooit ook Nederduitschland heeft geheten heb ik nooit geweten. En nu vinden we waarschijnlijk zeelucht weer zuiverder dan de lucht verder landinwaarts.

Ook niet geweten dat het Flevomeer er eerder was dan de Zuiderzee. Ik heb nog een aantal pagina’s ooit gekopieerd, dus wie weet komt er nog meer.

onverwacht beeld van schoonmaak

Omdat ik wat onverstandig met een pan op het elektrische deel van de kookplaat ben geweest moet ik dat weer schoon zien te krijgen. Gelukkig hebben wij een hulp met zeer goede oplossingen. Dus dagelijks insmeren met een bepaald middel, laten intrekken en dan met papiertje er zacht over wrijven. En zie, er ontstonden patronen die ik zo boeiend vond dat ik gelijk mijn fototoestel pakte en het vastlegde. Dat zijn de onverwachte leuke dingen van het saaie schoonmaken. En zo komen we corona wel door.

Toen ging ik eens kijken hoe het zo worden als de van de foto een negatief maakte. En toen werd het nog leuker.

herfstspook

Zoals inmiddels bekend ben ik een herfstmens. Die kleuren en geuren, dat knisperende blad onder je voeten en langzaam de echte vorm van een boom weer tevoorschijn zien komen. Regen en storm vind ik ook niet erg (als het maar niet weken duurt), maar ja, ik heb geen werk buitenshuis dus zit ik in een luxepositie.
Ik weet nog dat mijn moeder de komst van de herfst vreselijk vond want dan kwam de winter eraan. Zij was een zon- en zomermens. En met haar zijn er velen. Die zien de herfst opdoemen als het spook van komende kou en binnenblijven. Toen ik gisteren een boomfoto tegenkwam vond ik die stam net een spook. Ik heb hem iets meer laten draaien, er een andere foto achtergezet en zo ontstond dit beeld. Tja, je moet toch wat met die regen buiten…

allerzielen

LEVEN

is bezig zijn met dood te gaan. Is leren
roerloos te liggen in een mooi misschien.
Afscheid nemen van stappen die niet keren.
Vier drie twee keer elkander nog maar zien.

Schrijven Kom bij me, maar er zelf uit te lezen
Daar ga ik dan. Met het hart op de hand
de spiegel nog verklaren niets te vrezen,
en er, ontzet, al niets in zien, niemand.

Dan zitten, kouder leren liggen, samen
met niets. Geen post meer krijgen. En een naam
doorstrepen op verjaarskalenders. Namen.

O ja denken. En toen. Eindeloos omdraaien,
en weten dat dat kloppen aan het raam
de wind is die waar hij het wil gaat waaien.

Michel van der Plas

Uit: De oevers bekennen kleur (1994)

Dit prachtige gedicht past bij vandaag. Allerzielen is de dag dat wij extra denken aan allen van wie wij houden en die er niet meer zijn. Door corona geen avonddienst in de kerk en samen naar het kerkhof. Dat doen we nu privé . In dit gedicht wordt zo mooi verwoord hoe verlies kan werken. Het is een hardop-lees-gedicht en een herleesgedicht.


« Previous Entries