geen zorgen maken

Vele jaren geleden zei een oude filosoof het volgende:

Je hoeft je nergens zorgen over te maken, want er zijn altijd twee mogelijkheden:

of je bent jong of je bent oud.

Als je jong bent is er niets om je zorgen over te maken. Als je oud bent zijn er twee mogelijkheden: of je bent rijk, of je bent arm.

Als je rijk bent is er niets om je zorgen over te maken. Als je arm bent, dan zijn er twee mogelijkheden: of je bent gezond of je bent ziek.

Als je gezond bent is er niets om je zorgen over te maken. Als je ziek bent zijn er twee mogelijkheden: of je geneest of je gaat dood.

Als je geneest is er niets om je zorgen over te maken. Als je sterft zijn er twee mogelijkheden: of je gaat naar de hemel of je gaat naar de hel.

Als je naar de hemel gaat is er niets om je zorgen over te maken. Als je naar de hel gaat
ontmoet je zoveel vrienden waarmee je de hand moet schudden dat je geen tijd hebt om je maar ergens zorgen over te maken.

huwelijk

Ooit kocht ik het boek ‘Zwanezang’ van Jo Spier. Hij was een tekenaar met humor. Over het huwelijk verscheen deze pagina. Gelukkig ben ik niet zoals die dame maar kies ik nog steeds mijn eigen gerechten. Klik op de tekening om hem vergroot te zien.

thuis

Als ik aan thuis denk dan voel ik veiligheid, warmte. Een plek waar ik kan zijn wie ik ben. Ik heb er mijn eigen plek om me terug te trekken, de woonkamer waar we samen zijn, het balkon waar ik steeds weer die mooie luchten fotografeer.
Gezegend voel ik me met dit thuis. Zovelen op deze aarde hebben geen thuis of zijn er niet veilig.Ik heb het voorrecht gehad altijd een eigen kamertje te hebben gehad. Vroeger speelde ik er schooltje of was ik de juffrouw van de bibliotheek met stapels boeken van mijn ouders op mijn bed en ik op mijn knie
ën erachter.
Door de jaren heen heb ik gemerkt hoe belangrijk het voor mij is een eigen plek te hebben. Om alleen te zijn in stilte, omringd door dingen die belangrijk voor mij zijn. Dat stimuleert mij. Hier kan ik creatief zijn of gewoon maar zijn, al gebeurt dat naar mijn idee te weinig. Ik wil steeds nog doen, tastbare dingen maken. Maar gewoon alleen maar zijn is ook zo belangrijk om mezelf te voeden.

Zo ontstonden ook de regels:

mezelf is nog deels
ongekend terrein
ik zal blijven ontginnen

gedicht

MINIMAL

Vogel wipt.
Tak kraakt.
Lucht breekt.

Bijna niets
om naar te kijken
en juist dat
bekijk ik.

Roland Jooris

Dat is precies zoals ik ook kijk en daarom spreekt dit gedicht me zo aan. Bijzonder is dat in de eerste strofe korte zinnen staan, eindigend met een punt. Dardoor krijgt het werkwoord nog meer aandacht: wipt, kraakt, breekt. Je ziet het gebeuren. In het bijna niets gebeurt er iets dat de aandacht trekt.

En de tweede strofe loopt regel voor regel, ook kort, door omdat dit proces van kijken ook doorgaat. Althans, dit is mijn interpretatie. Mogelijk was het idee van de dichter heel anders, maar ieder maakt door het lezen zijn eigen gedicht. Dat is het leuke aan gedichten.

deze foto maakte ik ooit in het boshuis van Els. Een koolmees die in het circus wil.

thuis

Gisteren bij het schrijfcafé koos ik bij het thema ‘thuis’ deze kaart van Piet Mondriaan. Het is een afbeelding van een boerderij nabij Duivendrecht en is geschilderd in 1916. Dit waren mijn gedachten hierbij:

Zo’n huis als je thuis hebben lijkt me heerlijk. Een huis in de ruimte en toch omsloten. Ruimte en veiligheid, wat kun je je nog meer wensen.
De bomen als buren, het water als je spiegel. Het maakt de ruimte nog ruimer.
De lucht kleurt zacht door het avondlicht. Hier is het goed toeven. Hier kun je jezelf openen en weer sluiten.
De prachtige kleuren geven warmte en geborgenheid af. Ik voel de stilte die niet bedreigend is maar koesterend, omarmend. Zelfs de wind is stil. Het water rust in zichzelf nu de avond is gekomen.
Ik zie mezelf bij een openhaardvuur. Hond naast me, kat op schoot, boek in de hand. Geen radio of televisie aan maar zittend in een stilte die niet verstoord wordt door houtgeknetter.

Nog even en alle kleur buiten verdwijnt, het donker neemt het over. Maar binnen blijft er licht, warmte, geborgenheid.
Thuis.

omsloten
door stilte
die warm aanvoelt
ruimte geeft aan mijn
welbehagen

uitzicht

Bijna elke avond kijken we vol bewondering naar de lucht en zijn wolken en verkleuringen. En als ik denk: nu maak ik geen foto’s meer, zie ik weer een lucht die toch weer op de foto wordt vastgelegd. Dit zagen we vanavond en een kwartier later was het al weer verdwenen. Maar ik heb het.

blij

Jaren geleden maakte ik deze tekening en altijd als ik dat blije meisjeskoppie zie word ik ook blij. En daar heb ik nu redenen voor: Ton is thuis en we gaan zo een stukje buiten lopen. De zon schijnt en een koolmees denkt al dat het lente is. Gisteravond een geweldige avond gehad met buurdame terwijl buurheer bij Ton was. Het was een voorstelling over de geschiedenis van Simon en Garfunkel en hun muziek werd zo goed gespeeld. Zo heerlijk om die muziek zacht mee te zingen, of alleen maar in mijn hoofd en op het laatst voluit met de hele zaal. Toen keek ik net zo blij als dit meisje. Voor een gelukkig gevoel hoef je niet ver weg te gaan, soms ligt het gewoon voor je deur.

schaduw

Ton is gelukkig weer thuis en moet nog even aan het infuus blijven, maar daar helpt de thuiszorg mee, ook als we laat op de avond steeds een vreemde piep uit het apparaat horen komen. Geweldige mensen zijn het.

En nu zijn we weer lekker samen thuis, Ton achter zijn krant, ik achter de computer. Ik herlees net een tekst die ik na het labyrintlopen heb geschreven naar aanleiding van enkele regels uit het gedicht van Mary Heyema: ‘365 dagen geldig’ en vind dat nu wel passend.

Vouw je schaduw op, wat een mooi beeld.
Ik vouw mijn schaduw op als een paraplu en zet hem weg. Nee, niet weggooien maar bewaren, want er zijn dagen dat je snakt naar een beetje schaduw.
Maar soms kan een schaduw groot en dreigend zijn, om je heen hangen en te groot zijn om hem alleen weg te krijgen. Daar heb je dan geliefden voor nodig om je daarbij te helpen.
En als de schaduw weer weg is en je je weer vrij en onbekommerd voelt, dan kun je je horizon spreiden als een badlaken op het strand. Meer dan je nodig hebt aan ligruimte, maar het voelt zo lekker.
En dan speelt tijd niet meer mee.
Ik knip de tijd door en laat gebeuren wat moet gebeuren op de tijd die daarvoor bestemd is en ik open mijn deur, mijn denken.

vergeten

Ik ben mijn hele leven al wat vergeetachtig en dat heeft zich in de loop der tijd versterkt. Ik zit er niet zo mee, maar het kan onhandig zijn. Er hangen briefjes: denk aan sleutel en telefoon, maar als die er al een tijdje hangen vallen ze ook niet meer op. Nu Ton niet thuis is moet ik goed opletten dat ik mijn huissleutel meeneem want anders wordt het een hele klimpartij naar vier hoog. (klik op plaatje om het vergroot te zien)

wintergedicht

Weer een tegenvaller voor Ton. De bacterie is een andere dan de vorige keer en deze is resistent voor de antibiotica die hij nu krijgt. Het wachten is nu op de aanleg van een ‘piclijn’ waar een thuisinfuus op aangesloten kan worden. En dan hopen we dat die zes weken infuus thuis net zo lang doorwerken als de vorige keer.

Ik zit wat te bladeren in het al eerder genoemde boek ‘Ik wou dat ik een vogel was’ en daar staat een wintergedicht in van een van mijn favoriete dichters: Herman de Coninck en dit kende ik nog niet.

Winter. Je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws
zonder de zon.

En toch is ook de nacht niet
uitzichtloos, zolang er sneeuw ligt
is het nooit volledig duister, nee,
er is de klaarte van een soort geloof
dat het nooit helemaal donker wordt.
Zo lang er sneeuw is, is er hoop.

Herman de Coninck

Verder kijken »