gitaar

Als ik een gitaar was, zou ik trillen en zingen door de aanraking van vingers. Die heb ik nodig om tot leven te komen. Dat vind ik wel jammer. Soms, als ik stil in mijn hoes lig en wat mijmer en mooie muziekmomenten in mijn buik herspel zou ik ze ook echt willen voelen maar ik mis de vingers.
Klanken sla ik in me op, trillingen voel ik na in mijn klankkast maar kan ze niet tot leven wekken, want ik mis de vingers. Zou mijn leven heel anders zijn als ik alleen al door mijn gedachten mijn snaren zou kunnen laten trillen? Zeker, maar mogelijk zou ik minder rijk aan klank zijn als het alleen uit mij zou komen. Juist het samenspel tussen mijn snaren en de vingers van een ander geven iedere keer weer een andere beleving.

foto van internet.

mooi woord

De hemelbodem, een woord van Remco Campert uit het gedicht  ’Ik wil wel’ kwam tijdens het schrijven met de groep naar boven. Omdat we het allemaal zo’n mooi woord vonden gingen we er een minuut over schrijven. Dit kwam bij mij op:

Wat een prachtig woord. Daar kun je niet doorheen zakken, daar ben je veilig. Er is diepte, warmte, genegenheid, eeuwigheid. Nooit het gevoel: de grond zakt onder me weg. Integendeel. De grond draagt me, laat me verten zien die ik nog niet zag. Geeft me een basis die onvoorwaardelijk is.
De hemel spiegelt zich en verdubbelt zich. Zoveel hemel voor mij en de mensen om mij heen. Dat moet toch genoeg zijn voor allen?

labyrint

Gisteren met regen naar Noordwijk gereden maar toen wij na het schrijven door het duin naar het strand liepen was het droog en zelfs de zon liet zich zien. Het was weer een bijzondere ervaring, verdiept door het schrijven voor en na het lopen.

labyrint

l    lopend op het strand

a   alleen met mijn gedachten

b   blijf ik me geborgen voelen

y   ijl de lucht, stevig de bodem

r   recht bestaat nu even niet

i   integendeel, ronde warme vormen

n  nemen mij met zich mee

t  tot ik weer terug ben bij het begin

labyrint

pedespeed

Schoonzoon R. heeft iets nieuws: staande op een plankje met aan twee kanten wielen draait hij rondjes op de parkeerplaats achter het huis. Maar ja, wat is nieuw? Ik las van de week een artikel uit 1870 over een nieuwe uitvinding: de ‘pedespeed’. Het waren ‘ twee wielen van 35 cm. middellijn waaraan solide notehouten stijbeugelvormige voorzieningen waren bevestigd, in wier onderkant zich voetsteunen als bij schaatsers bevonden’.

Deze wielschaatsen vereisten enige oefening maar als je de nodige vaardigheid onder de knie had kon je het hele jaar schaatsen, ook als er geen ijs was. Het werd aangeprezen als ‘ een heerlijk, gezond en sierlijk tijdverdrijf gedurende alle jaargetijden’.

Voor het gebruik door dames konden die wielen aan de bovenkant worden afgedekt, ter bescherming van de kleding.

Dit las ik in het vermakelijke boek ‘Knotsgekke uitvindingen van de 19e eeuw’, door Leonard de Vries. De illustratie komt ook uit dat boek. En het boek komt weer uit de kringloopwinkel.

herfstweekend

Afgelopen weekend zijn we met de kinderen en hun partners naar een verbouwde schaapskooi geweest, net buiten Doorn. Het weerbericht vooraf viel niet mee, maar we hebben genoeg droge uren gehad om buiten van de prachtige natuur in herfsttinten te genieten. Maar ook van elkaar en van lekker eten en drinken, van een bezoek aan huize Doorn en het arboretum. En dat alles vanwege het feit dat Ton dit jaar 80 werd en ook ik een jaartje ouder mocht worden. Het waren dagen om te koesteren en gelukkig helpen de vele foto’s aan het vasthouden van al die heerlijke momenten.

herfsttranen

In de 19e eeuw schreef Bakhuizen van den Brink:

De vrouw, wier herfst schooner was, dan de lente van vele anderen

Dat is toch prachtig als dat over je wordt gezegd. Ook ik ben in de herfst van mijn leven en ik geniet ervan zoals ik van iedere herfst geniet. Zo ook van de herfstflikkers. Nee, niet wat je denkt, het zijn gewoon de bliksemflitsen in de herfst. En ik hoop komend weekend wat herfsttranen te fotograferen, niet bij mijn kinderen, maar buiten in de natuur op takken en bladeren. ”Dan sal dack en tack staen schreyen Met een’ vochten Herfsten-traen”, schreef HUYGENS in 1621.

Ik hoop ook najaarsdraden te zien. Het zijn van die lange draden die jonge spinnen spinnen en waarop zij ver weg zweven van hun geboorteplek.

Last van de herfstziekte heb ik dus niet, integendeel. Het is mijn favoriete jaargetijde.

« Previous Entries