bijkomen

Eindelijk weer even achter de computer na bijna een week in bed en op de bank. Bronchitis speelde op en is nu weer aan het afnemen. Zo zittend op de bank dacht ik vandaag: ‘het gaat weer goed’, maar als je dan wat gaat doen, merk je: nog niet helemaal. Maar wel weer zin even achter de pc te kruipen voor een stukje. En de hele dag de deur naar het balkon open, heerlijk. Misschien morgen een stukje lopen. Voor ik ziek werd was ik bezig met oude foto’s uit mijn voorraad te verknippen/verscheuren tot collage en daar weer nieuwe foto’s van te maken. Onderstaande foto voldoet niet aan de eisen van de foto-opdracht, maar ik was wel blij met het resultaat, dus nu op Fluweelbloem gezet. Leuk om oude foto’s waar je niets meer mee doet en die niet belangrijk zijn voor het familiearchief anders te gebruiken. Ik ben het nog steeds aan het uitproberen en hoop dat ik weer een keer denk: ja, dit is het! Zover ben ik nog niet, maar soms is de weg ergens heen leuker dan het aankomen, dus blijf ik knippen en plakken.

voorwaarts

Vandaag weer een stukje gefietst, met fototoestel in de fietstas en ik moet zeggen, het schiet soms niet op. Ben ik blij mee want dat betekent dat ik iets zie dat de moeite van het stoppen waard is en het fototoestel te pakken. Ik kwam langs oude, halfvergane schuttingen, muren vol graffiti, reflecties in het water en als laatste zag ik een bespoten elektrokastje. In eerste instantie trokken de kleuren mij en thuis ontdekte is er meer tekening in. Toen ik het wat bewerkt had paste er voor mij maar een woord bij: VOORWAARTS.

het stellen van de vraag

Uit het gedicht:’ Iemand stelt een vraag’ van Remco Campert kies ik om over te schrijven de regels:
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet’.

De vraag stellen vereist moed want je weet eigenlijk al dat het antwoord leidt naar verandering en dat zal niet makkelijk zijn. ‘Ben ik nog gelukkig in mijn relatie? In mijn werk? Ben ik wie de mensen denken dat ik ben?
Ik denk dat je die vraag niet stelt als het antwoord ‘ja’ is. Er knaagt iets aan je en je probeert erachter te komen wat dat is door het stellen van een ’simpele’ vraag: ‘wil ik zo verder met mijn leven of wil ik iets anders met de rest van mijn leven?’
De laatste vraag bevestigend beantwoorden kan angstgevoelens oproepen, hartkloppingen, hoofdpijn. En ik vraag me af: als je die vraag hebt gesteld en eerlijk hebt beantwoord, hoe ga je dan verder? Deel je je gevoelens, angsten, verwachtingen of verwerk je eerst alles alleen en als je het voor jezelf hebt uitgewerkt, gooi je dan alles er ineens uit? Is er dan nog een weg terug? Of een weg om samen nog verder te gaan?

Je stelt jezelf de vraag: accepteer ik nog dat er op me neergekeken wordt omdat ik anders ben? Zo nee, dan breekt er een moeilijke tijd aan, vol strijd, tegenwerking, soms haat, omdat je niet meer accepteert wat anderen goed voor jou vinden.
Kortom: het stellen van de vraag vereist moed omdat je weet dat daarna het leven nooit meer hetzelfde zal zijn.

cirkels

een vis springt uit het water op
en duikt onder
steeds wijder kringen laat hij na

Willem Hussen

Ja, zo kan het gaan. Je springt op, laat jezelf zien, toont wie je bent en wat je wilt. Dan verdwijn je. De indruk die je hebt achtergelaten dijt uit, vervormt en vervaagt tenslotte. Eenmalig jezelf tonen is niet genoeg om een blijvende indruk achter te laten, daar is meer voor nodig.
Geschreven woorden kunnen lang voortleven, mits ze gelezen blijven. In een gesloten boek verstommen de woorden. Maar woorden die een echte waarheid in zich dragen verdwijnen niet als de cirkels in het water. Zij blijven cirkelen omdat de waarheid niet vluchtig is maar vasthoudend.
Woorden van waarde zijn niet weerloos, vergankelijk, maar zijn als het ware in steen gebeiteld.

kringen
ontstaan, verdwijnen
in het water
na onrust komt rust
stilte

verjaardag

Vandaag is de verjaardag van mijn moeder en als ze nog zou leven zou ze 96 jaar zijn geworden. We hebben er vorig jaar een traditie van gemaakt ieder jaar rond haar verjaardag haar te gedenken, maar ook mijn vader, Mink en Frank. We praten over ze, halen herinneringen  op en houden ze zo ‘levend’. Ook foto’s kunnen daarbij helpen. Deze foto is gemaakt rond 1930 denk ik.

regengedicht

regenvloed

sloten tot de krop gevuld
weilanden vol water
sloot en land sluiten aan

de regen blijft regenen
omdat donkere, zware wolken
zich lichter willen voelen

weidevogels worden watervogels
waden met tegenzin rond
op zoek naar droge voeten

bomen trekken hun tenen op
bruine biezen voelen zich wel
en wuiven waar de wind hen waait

m’

pijpenstelen

Vandaag mijn vrije reis naar Enkhuizen en net als vorige week regent het pijpenstelen. Nu kunnen pijpenstelen krom, recht, lang, kort, dik of dun zijn, maar ik denk dat de uitdrukking slaat op de ouderwetse Goudse pijpen van witte gebakken klei. Zou dat slaan op de regen die in lange slierten omlaag komt? Als ik zo in de trein zit, zal ik het eens opzoeken.

Zittend in een heel stille 1e klas coupé lees ik:

‘Het moet officieel pijpenstelen zijn, met een n, om aan te geven dat het flink regent. Geen klein buitje maar een langere periode waarin het water naar beneden komt’.
In ‘ Onze Taal’ lees ik dat het gezegde inderdaad komt van de Goudse pijpen. De steel daarvan is recht, lang en dun. De regen valt dus in lange, dunne stralen naar beneden.

Maar het regent niet alleen pijpenstelen in onze taal maar ook: koeienstaarten, mollenjongen (als de lucht zo zwart is als het vel van een mol), scheermessen, telegraafpalen, oude wijven en bakstenen.

Nadat ik dit heb opgeschreven ga ik lekker naar buiten kijken waar de regen nog steeds tegen de ramen slaat. Maar binnen is het warm en stil. In Enkhuizen loop ik onder mijn paraplu door de kronkelige straatjes op weg naar het Zuiderzee Museum waar het ook droog en warm is en waar ik tijdens het koffiedrinken luister (en velen met mij) naar folkmuziek. Dan dwaal ik door het museum, maak foto’s, lees opschriften, kijk rond en ga weer terug de regen en de trein in. En Ton, zit die zielig thuis? Nee hoor, hij is in goed gezelschap van zijn dochter en neemt haar mee uit lunchen. Beiden dus een fijne dag.

open of gesloten

Gesloten en open types.

Als je een gesloten type bent, laat je dan niets binnen komen of naar buiten gaan? En als je een open type bent, is het dan precies andersom? En hoe gesloten ben je? Laat je nog een kiertje open, een hele spleet of komt er echt niets binnen en gaat er niets uit?

Kun je leven als je helemaal op slot zit? Maar ook: kun je leven zoals je zou willen als je helemaal open bent en alles binnen laat komen?

Ik denk dat als je niet af en toe de toegang afsluit en even helemaal alleen met jezelf bent, met je eigen gedachten, overpeinzingen, angsten, vreugde, je van jezelf vervreemdt. Al die informatie die van alle kanten op ons afkomt, dat kan je innerlijk totaal ontregelen.

Af en toe het slot erop geeft rust, tijd tot reflectie of als je dat niet wilt, tijd om te bedenken waarom je dat niet wilt. Is dus eigenlijk ook reflectie.

Waarom is iemand een gesloten type? Ben je dat omdat het in je aard zit of heb je dingen meegemaakt waardoor je de boel afsluit om niet weer gekwetst te worden? Ik denk dat beide het geval kan zijn.

Ikzelf ben soms open, soms gesloten, maar toch ben ik meer open dan gesloten. Heb wel momenten nodig dat de deur naar de buitenwereld op slot gaat. Geen indrukken van buitenaf meer, het wordt dan te druk in mijn hoofd en hart. Even tot rust komen door bijvoorbeeld te schrijven over gesloten zijn, open en dicht. En dit allemaal naar aanleiding van het thema ’slot/ sloten’.

Wanneer ga je echt op slot? En als je dan helemaal op slot bent, wie kan je dan nog bereiken? Kun je dan om hulp vragen? Hulp aanvaarden om weer wat meer open te durven zijn? Te durven voelen?

Als ik aan een gesloten type denk komt me direct een afstandelijk, wat koel individu voor ogen. En bij een open type denk ik aan een gezellig mens, vrolijk en in voor van alles wat er zich aandient. Maar wie weet is dat eveneens een vlucht om de echte werkelijkheid niet te hoeven voelen. Net zoals een gesloten type dat kan doen, maar dat komt dan heel anders bij de buitenwereld over. Ingewikkeld en moeilijk te doorgronden waarom iemand soms is zoals hij/zij is. Daarom is het wijs niet te snel te oordelen over iemand, maar ja, soms gebeurt het voor je er erg in hebt en kun je je daar laten best ongemakkelijk over voelen.

mutsen

In het Volkenkundig museum werd ik zondag getroffen door een serie mutsen uit Afghanistan. In Zuidwest-Aziëzijn mutsen belangrijke kledingstukken. Het is niet gepast blootshoofds rond te lopen.Ik denk opeens aan mijn moeder die vroeger nooit uitging zonder hoofddoek of hoed en mijn vader had ook altijd een hoedje op.
In Afghanistan tonen de mensen van oudsher met hun hoofdbedekking hun leeftijd, geslacht en afkomst. Materiaal en motief laten zien of de drager een man of vrouw is en de combinatie van het soort stiksel met een motief toont waar de muts vandaan komt. Maar tegenwoordig wordt de decoratieve waarde vaak belangrijker gevonden dan de historische of etnische betekenis.
Nu ben ik vergeten te kijken op de informatie bij de mutsen, door ik weet niets van de herkomst, behalve dat zij uit Afghanistan komen. Maar zonder dat te weten kun je er ook gewoon van genieten.

regenzondag

Vandaag totaal ander weer dan vorige week zondag. Toen op de fiets naar het strand, nu met de trein naar Leiden. Omdat onze M. bij Ton was, kon ik er rustig op uit. Ik wilde naar het Sieboldhuis in Leiden maar omdat het zo regende stopte ik bij het eerste museum vanaf het station: het Volkenkundig museum. Daar kom ik vaak en graag en ook vanmiddag heb ik lopen genieten. Zoveel schoonheid is daar te vinden van volkeren van over de hele wereld en ook van eeuwen her. Kijk maar even mee naar weefkunst, kralenkunst op schoenen, de schoonheid van een boeddhabeeld, het vakmanschap van een sieradenmaker.

Toen ik weer huiswaarts ging zag ik het silhouet van een winterboom, dus fototoestel weer uit de tas. Er vlak naast stond een treurwilg al in beginnende lentetooi, dus ook op de foto. Toen begon het weer harder te regenen en besloot ik dat ik genoeg had gefotografeerd vanmiddag en dat ik nu rechtstreeks naar de trein zou lopen. Heb ik gedaan. In Heemstede aangekomen ging ik mijn fiets weer ophalen bij J. Zij is zo’n lieverd. Ik mag niet alleen altijd mijn fiets in haar voortuin zetten, maar bij regen beschermt zij met plastic zakjes mijn zadel en handvatten. En dan maakt ze ook nog geregeld heerlijke soep voor ons. Ja, deze dame is er een om zuinig op te zijn.

Verder kijken »