wijze les

Lekker zittend op het balkon was ik gisteren aan het tekenen in een kleine cirkel. Ik trek gewoon wat lijnen door elkaar zonder te denken en kijk dan of ik er iets in zie. Lukt niet altijd, maar dit keer zag ik duidelijk een ervaren iemand die aan een jong, onervaren kind een wijze les leert. Toen ik het had ingekleurd moest ik opeens denken aan de tekst van Desiderius Erasmus (1468-1536) over het opvoeden van kinderen die ik net had gelezen in het boek ‘Over levenskunst’ van Joep Dohmen. Erasmus is tegen een te vrije opvoeding en wijst op het belang van goed onderwijs aan kinderen. Hij schrijft:…’ Het gebeurt maar zelden en het wordt afgekeurd, wanneer u niet weet wie u de zorg voor uw paarden of uw landgoed in handen zult geven; des te afkeurenswaardiger is het, wanneer u niet weet aan wie u uw liefste bezit zult toevertrouwen…’

Het is heel interessant om steeds weer te ontdekken dat men door de eeuwen heen op eenzelfde manier over dingen denkt als jijzelf in deze tijd. Veel is veranderd, maar sommige dingen blijven hetzelfde: goed onderricht aan kinderen is van essentieel belang . Wel is opvallend dat er in dit stuk alleen sprake is van onderricht aan de zonen, maar hoe kort is het nog maar geleden dat veel ouders de opleiding van hun zonen belangrijker vond dan die van hun dochters, ‘want die trouwt toch wel en dan wordt er voor haar gezorgd’.

Ik citeer nog even:…’Wanneer men iemand vraagt of hij de dood van zijn zoon zou aanvaarden wanneer hij er honderd paarden voor terug zou krijgen, dan zal deze denk ik, tenzij hij helemaal in de war is, antwoorden: zeker niet. Maar waarom gaan de paarden dan voor en waarom besteedt men er meer zorg aan dan aan de eigen zoon?…’
En hoe vaak gebeurt het nog niet dat ouders constant bezig zijn met het vergaren van bezit, maar amper weten wat er in hun kind omgaat en met wie het omgaat. Wat een verlies voor beiden.

spreuk

Begin de dag niet met de scherven van gisteren.

Dit las ik gisteren in het KBOblad van Heemstede.

bezielen

Toen Nel en ik nog schreven over letters, koos ik bij de letter B het woord BEZIELEN.

Ziel aan iets geven, kan dat aan alles en kan iedereen dat? Er zijn mensen die anderen zo kunnen bezielen dat ze boven zichzelf kunnen uitstijgen. Ze krijgen ‘vleugels’, of ze krijgen ‘de geest’.

Natuurvolkeren zoals de Aborigines, beschouwen de natuur om hen heen bezield met de geesten van hun voorouders. Ik heb het een keer ervaren in een bos in Frankrijk toen wij bij een hele oude eik stonden. Het was doodstil en ik voelde dat dit een bijzonder, heilige plek was. Het bezielde kun je alleen voelen, niet weten of beredeneren.

Kunst kan mij soms ook bezielen. Het raakt iets in me en daar wil ik dan iets mee doen, er uiting aan geven door er bijvoorbeeld over te schrijven of iets ervan te fotograferen.

Maar soms ervaar ik ook in een steen meer dan de vorm en de materie en is het of de kracht van de berg via de steen tot mij komt.

bezield                                        ziel
stijg je                                        van voorouders
boven jezelf uit                           herkennen in natuur
je krijgt vleugels en                    om je heen is
vliegt                                          houvast

Etty Hillesum citaat

Ik heb het boek ‘In duizend zachte armen’ vol citaten van Etty Hillesum gelezen en heel veel aangestreept. Ik heb me voorgenomen bij ieder aangestreept stuk zelf te gaan schrijven naar aanleiding van dat citaat. Niet iedere dag, dat lukt mij toch niet, maar wanneer ik er zin in heb. Hier het eerste citaat.

Ik voel me als een samengebalde vuist en weet niet hoe tot ontspanning te komen. Ik zal mezelf dwingen iedere dag, al zijn het maar een paar woorden, te schrijven, anders word ik te vol.

Etty Hillesum.

Wat een mooi beeld is die samengebalde vuist. De vingers wit van het knijpen om de binnenpijn, de angst niet te voelen. Je voelt liever een andere pijn, nagels die diep in de huid drukken. Die samengebalde vuist is soms gebruikt als een protestteken bij de zwarte bevolking van Amerika. Maar hier is het een andere vuist, deze is door angst samengebald. Want wat hebben zij en de andere joden allemaal mee moeten maken, welke verhalen hoorden zij en in hoeverre wilden zij dat geloven. Want door te ontkennen red je het misschien net om nog door te leven. Maar voor Etty is het schrijven de ontsnappingspoging. Dat gaat niet vanzelf, hoe sterk zij ook is, zij moet zichzelf ertoe dwingen. Schrijven is een uitlaatklep, want wat zij neerschrijft gaat uit haar geest, leegt haar hoofd zodat er ruimte komt voor mogelijk plezieriger gedachten, hoe moeilijk ook voor te stellen in haar situatie. Maar zij kon dat. Zij kon in de moeilijkste omstandigheden blij worden van klein, onverwacht geluk. Meestal bereik je dat op oudere leeftijd, maar daar had zij de tijd niet voor gekregen. Zij was al wijs, maar niet saai wijs op een belerende manier. Zij had ook haar twijfels, kwaadheid, maar altijd overwon het positieve bij haar. Maar dat ging niet altijd vanzelf, zij moest zichzelf er vaak toe dwingen, net als bij het schrijven iedere dag: ‘al zijn het maar een paar woorden’.

schoolmuseum

Toen wij onlangs in Ootmarsum waren, zijn we ook naar het Schoolmuseum geweest en dat was een feest der herkenning. Wat mij trof was de bank met daaraan een schooltas, dezelfde tas had ik ook gekregen, maar dan in het rood. Opeens zag ik die weer voor me en hoe trots ik erop was. Ik herkende ook het inktpotje dat in de bank zat en waar de juf af en toe nieuwe inkt in deed vanuit een grote fles. We hadden allemaal een thuis gemaakte inktlap, mijn moeder maakte hele aparte.

En er was vloeipapier, in mijn gedachten groen van kleur. En aan onze kroontjespennen kleefden soms stukjes vloeipapier en dat werd een propje onderin die inktpot. Leuk om eruit te halen. Maar ook een bron van vlekken.

(Ik las net dat vloeipapier per ongeluk is ontstaan toen een papierfabrikant vergat lijm toe te voegen in een partij papierdeeg).

Nu denk ik ook opeens aan de dokter die een half ronde rol had waarop aan de onderkant vloeipapier zat en de bovenkant van glimmend hout was. Hij rolde het papier over zijn met vulpen geschreven recepten en dat gaf dan zo mooi een beetje af op het papier. Werd dat te erg, dan kwam er een schoon stukje papier omheen.

En ik zag de schoolbel die in mijn tijd nog zo belangrijk was. Hij werd geluid vlak voor de school begon en iedereen nog op de speelplaats speelde. Bij het geluid van de klok gingen iedere klas in haar eigen vak staan en een voor een, in stilte, gingen we naar de klas. Maar dat was ook nog in begin jaren zeventig toen ik voor de klas stond. Heerlijk rustig kwam iedereen dan in de klas aan. En omdat ik onlangs langs mijn oude lagere school in de Bernard Zweersstraat geweest ben en langs mijn kleuterschool daar om de hoek, ook daarvan twee foto’s. Alleen in de jaren vijftig, zestig zat er nog geen prikkeldraad boven de muur. En het valt me op hoe gesloten naar buiten die scholen eruit zien.

Herman de Coninck

Gisteravond weer eens de gedichten van Herman de Coninck gepakt en hoe vaak ik ze ook lees, steeds ontdek ik weer iets anders wat me opvalt. En zo ontstaan er steeds meer strepen naast de gedichten. Zo streepte ik gisteren in het gedicht:’de legers van de zomer’ de laatste vijf regels aan omdat ik ze zo mooi vind.

‘dit is de tijd
om het leven niet te zijn
maar te bezitten
en langzaam uit te delen
aan de ogenblikken’.

En ik heb, net zoals Hennie Vrienten gisteravond op de tv zei, niet atijd direct te pakken wat er precies bedoeld wordt, maar je voelt iets, er raakt je iets en je wilt er verder in doordringen, overnadenken en het langzaam binnen laten komen.
En met poëzie is het voor mij net als met muziek: als het je raakt verveelt het nooit en kun je het eindeloos herhalen.

Ter afsluiting een klein gedicht uit dezelfde bundel: Herman de Coninck ‘ De gedichten 2′.

NA EEN AFSCHEID

Dit is gemis:
lang
kijken naar de zon
die ondergegaan is.

Nu weer verder aan een eigen gedicht voor onze dichtgroep.

schoolfoto

Dit is een foto die gemaakt is toen ik de op MULO zat aan de Kleine Houtweg in Haarlem, zo’n 55 jaar geleden. De foto is gemaakt op het oude Schiphol. De lerares die mee was, mevrouw IJsselmuiden zag ik later nog wel eens in Heemstede en toen kon ik niet bevroeden dat wij op de Kerklaan naast haar zus zouden komen wonen.
Een ander meisje haar zus is jarenlang de kleuterjuf van onze M. en A. geweest. Ik speelde soms bij hen thuis en haar zus (hier op de foto) had een kinderkassa waar je bedragen op kon tikken en dan ging, met een belletje, de kassa-lade open. Soms mocht ik daar ook mee spelen en dat heeft diepe indruk gemaakt want ik weet het nu nog.

Een ander meisje bleek later de nicht van mijn ex-schoonzus D. te zijn en ik kom haar geregeld tegen want zij woont bij mij om de hoek.
Nog een ander meisje van de foto kom ik ook geregeld in het dorp tegen en op de bridgeclub.

En zuster Carla? Die heb ik later nog één keer gezien op een reünie. En verder ben ik geen van deze meisjes nog een keer tegen gekomen.

klik op de foto om hem te vergroten dan kun je me vast wel vinden.

golven

Afgelopen dagen waren Ton en ik in Ootmarsum, vieren dat de nier het na tien jaar nog steeds puik doet. En ter gelegenheid daarvan wilden we een kunstwerk van glas kopen. Glas dat breekbaar en sterk is, dat het licht doorlaat en oplicht in de zon, zoals ook het leven is. We hadden een heerlijk hotel, mooi weer, het lopen ging wat beter dus zijn we naar een beeldentuin geweest in Marienheem, naar het schoolmuseum in Ootmarsum en naar de galeries aldaar en toen zagen we ‘ons’ beeld. Ik noemde het direct ‘golven’. De kunstenares, Marijke Kuiphuis, vroeg: ‘wonen jullie soms dicht bij de zee’? Inderdaad. Zij had dat er niet in gezien. Dat vind ik het leuke van abstracte kunst: ieder ziet er het zijne in en maakt het daardoor persoonlijker dan dat de kunstenaar laat zien wat je moet zien. Maar anderen denken daar weer heel anders over en zo is er voor iedere koper een markt.

En nu staat het bij ons thuis te pronk.

in gedachten

In gedachten.

Beide tekeningen hebben hetzelfde onderwerp, dezelfde kleur, maar toch zit er verschil in. Bij de eerste tekeningen zijn de lijnen zacht, ze zijn licht om de figuur heen gewonden, maar geven nog voldoende bewegingsruimte voor lichaam en geest. En de lijntjes zijn zo dun dat ze zo kunnen worden verbroken zonder jezelf pijn te doen.
Bij de tweede tekening lijken de draden van prikkeldraad, de figuur zit letterlijk gevangen in zijn eigen gedachten en hoe meer hij worstelt om eruit te komen, hoe meer hij zichzelf pijn doet. Er kan slechts hulp van buitenaf worden geboden, iemand die één voor één de draden doorknipt, voorzichtig verwijdert en zo de figuur weer levensruimte biedt. Want als je zo gevangen zit in je gedachten en weet dat je er zelf niet uit kunt komen, dan heb je geen levensruimte.
Nu zullen er spirituele meesters zijn die dat mogelijk zullen ontkennen: ‘de geest is altijd vrij om te gaan waar hij wil’ en ‘jij bent je gedachten niet’, maar die zitten niet op dat moment net als deze persoon zo gevangen in zichzelf.
Het is vreemd te bedenken dat zoiets onstoffelijks als gedachten iemand kunnen gijzelen, maar het gebeurt en niet alleen vandaag de dag, maar door alle eeuwen heen.

pauwblauw

Pauwblauw.

Als ik een mannetjespauw was, zou ik ook trots zijn op mijn kleuren en vooral op het ‘pauwblauw’. Ik zou mijn staart opheffen, de veren laten trillen om zo nog meer van mijn kleuren te profiteren, want waarom heb je anders zo’n staart? Toch niet om te laten hangen? Nee, je mogelijkheden gebruiken, daarvoor zijn ze aan je gegeven. Maar zo trots als een pauw, dat gaat dan net weer even te ver. Want waarom trots zijn op iets dat je zomaar is gegeven, dat niet jouw verdienste is? Nee, als je wat doet met je mogelijkheden, dan mag je trots zijn op jezelf omdat je er goed gebruik van maakt.

Er zullen mensen zijn die de mannetjespauwen uitslovers vinden, net zoals er mannen zijn die zo lopen te pronken. Maar altijd zijn er vrouwen die daar plezier aan beleven, zich gevleid voelen door die aandacht. En zo werkt het dus gewoon door: aantrekken en aangetrokken voelen. En dat is nodig om de soort in stand te houden. Het is ook de reden waarom mannetjesdieren zoveel mooier zijn dan de vrouwtjes. De vrouwtjes moeten, met hun jongen, niet teveel opvallen want dat kan gevaarlijk zijn.

Begeerd worden kan dus ook gevaarlijk zijn, vooral als je als prooi begeerd wordt. En dat kan dus ook voor mensen gelden. Ik denk opeens aan de jonge meisjes die vallen voor een loverboy. Mogelijk voelen zij zich voor het eerst van hun leven begeerd en dan nog wel door zo’n ‘aantrekkelijke’ jonge man. Gelukkig ken ik uit mijn omgeving niemand van wie de dochter dit is overkomen. Wel worden onze dochters begeerd, maar dan door de juiste man. Dat geluk hebben wij.

Verder kijken »