Nu is toch aan mijn plek gebonden ben en ik zaterdag bezoek op mijn kamer krijg, een goede gelegenheid om de stapels op werkblad en tafel weer eens door te nemen, anders te stapelen zodat het net lijkt of het opgeruimd is. Maar dan vind ik altijd weer iets waarvan ik heb gedacht: daar heb ik wel een keer wat aan. Zoals dit gedicht van Herman de Coninck.
EEN BRIT
is iemand die ins taat is een warenhuis
binnen te komen, aan te kloppen en te vragen:
“Stoor ik niet?”
Misschien stoort een Brit zichzelf wel,
een Britse persoonlijkheid moet iets wezen
als een brits waarop je ongemakkelijk slaapt.
Maar je leert er wel de tucht mee
om gevoelens op afstand te houden,
zoals je zelfs een sigaret op afstand houdt
door een (Engels uit te spreken
zo houd je het Frans op afstand)
porte-cigarette.
En je leert er het dédain mee om hoffelijk te zijn.
Ik geloof nog altijd dat Wellington, toen hij
in Waterloo Napoleons troepen zag
“quite interesting” moet gezegd hebben.
Herman de Coninck
uit: Kijk eens hoe echt.
Opruimen schiet zo natuurlijk niet op.