Dit kwam ik tegen en dacht: ja, zo denkt een optimist.
kijk van een optimist
moeder
Moeder
Zijzelf was als de zee, maar zonder stormen.
Even blootshoofds en met brede voet.
Rijzend en dalend op haar vloed,
als kleine vogels op haar schoot gezeten,
konden wij lange tijd haarzelf vergeten,
rustend en rondziend en behoed.
Haar stem was donker en wat hees
als schoven schelpjes langs elkander,
haar hand was warm en stroef als zand.
En altijd droeg zij om haar bruine hals
dezelfde ketting met een ronde maansteen,
waarin een neevlig blauw een kleine gele maan scheen.
Voorgoed doordrongen door haar kalm geruis
waren wij steeds op reis en altijd thuis.
M.Vasalsi
uit:Vergezichten en gezichten.
Ik vind dit een van de mooiste moederbeelden en zie het helemaal voor me. Voel de veiligheid, de geborgenheid. Zo kun je met gewone woorden iets heel bijzonders beschrijven. Want dit als kind mogen ervaren is heel bijzonder en geeft, denk ik, een stabiele basis voor later. En eigenlijk zou dit niet bijzonder moeten zijn, maar gewoon. Helaas is het dat voor vele kinderen niet.
laatste tante
Gisteren naar de begrafenis geweest van mijn laatste tante, tante Ton, de enige zus van mijn vader. Ik logeerde vroeger graag bij haar, net als mijn andere nichtjes en neefjes en later haar kleinkinderen. Er werd een mooi en leuk beeld geschetst van haar als moeder en oma. En dan spreek je na afloop neven en nichten die je lang geleden, of onlangs nog, hebt gesproken. En dan blijft het toch steeds weer bijzonder dat familie toch iets anders is dan oude vrienden. Het is de geschiedenis die je samen hebt en die generaties terug gaat. Daar gaan we binnenkort met een paar verder over praten en herinneringen delen. Zo is de dood ook hier niet het einde. Dat is het als er niet meer over je wordt gesproken en wij zijn van plan te blijven praten over de overledenen.
luistervink
Zijt gij reeds luistervink?
Met een uitzending van de zender Pracht Concerten Gratis Gegeven gaat in 1919 in Nederland het eerste radioprogramma de ether in. Nederland heeft hiermee meteen een wereldprimeur: de zogeheten PCGG wordt gezien als de allereerste omroepzender ter wereld. Ze zou echter niet lang de enige blijven. Tegen het einde van de jaren ’20 had iedere zuil een eigen omroep en werd het grootste deel van de zendtijd verdeeld onder de VARA, NCRV, KRO en AVRO.
AVRO-leden werden door hun directeur Willem Vogt ‘ luistervinken’ genoemd.
Na de Tweede Wereldoorlog neemt de populariteit van de radio alleen maar toe. Steeds meer Nederlanders mogen zich een echte ‘luistervink’ noemen. De behoefte aan populair amusement is in de jaren na de oorlog groot. De huiskamer vormde het centrum van het bestaan met de radio als stralend middelpunt. Een en ander veranderde met de uitvinding van de transistorradio in 1957. Met name jongeren waren nu niet meer gedwongen met hun ouders in de woonkamer naar de radio te luisteren en konden afstemmen op zenders als radio Luxemburg, die meer aandacht besteedde aan populair amusement dan de verzuilde omroepen. De Hilversumse zenders wilden hun publiek liever opvoeden dan amuseren. Zo weigerde de VARA midden jaren ’50 nog liedjes van Johnny Jordaan uit te zenden. Toch wisten legio programma’s van de verzuilde omroepen de luisteraar te boeien. De familie Doorsnee, De Bonte Dinsdagavondtrein en Negen heit de klok hielden hele gezinnen wekelijks aan de radio gekluisterd.
niet meer
Vandaag is de verjaardag van mijn moeder, ze zou 95 zijn geworden als ze was blijven leven. De kou van vandaag zou ze vreselijk hebben gevonden, ze hield van de zon, de lente en zomer, niet van de herfst en winter. De keukendeur open en de merels horen zingen, de katten die naar binnen en buiten konden lopen, dat soort weer hield ze van. De was wapperend aan lange lijnen werd een klein wasje aan een rek aan de schutting. De meeste was ging de deur uit naar mij, maar ze liet zich niet alles ontnemen, dus af en toe een handwasje bleef ze doen. Ik zag net een foto waar we beiden opstaan, gemaakt toen tante Guurtje een verjaarsfeestje gaf, jaren geleden. Mijn haar nog rood geverfd, dat is dus meer dan tien jaar geleden. En dat jasje, dat draag ik nog steeds.
bergen
Je kunt er tegenop zien, maar je kunt ze ook thuis bedwingen of verzetten, gewoon aan tafel, bergen. Omdat het lijf even rust moet hebben, ben ik vandaag niet op fotopad gegaan, maar heb ik thuis wat zitten spelen met kleurkrijt, papier en fototoestel. En toen zat ik opeens in de bergen, zonder me te vermoeien. Goedkoper kan ik niet op vakantie.
strandlabyrint
Vandaag liep ik het labyrint op een groot vlak strand en het is aangenaam buiten. Ik loop in het begin niet geconcentreerd. Ik zie overal schelpjes en scheermessen en mijn ogen schieten heen en weer. Dan komt een glad leeg stuk en ik denk: leegte geeft ruimte. Rommel brengt onrust. En gelijk neem ik me voor mijn kamer weer eens op te ruimen en mijn werktafel leeg te laten. Oh, hoe vaak heb ik dat voornemen al niet gehad? En hoe vaak zal ik mezelf nog afvragen: waarom kan ik het niet netjes houden als ik er zo van geniet?
Vanmiddag zag ik het zo duidelijk voor me en voelde ik de rust van de leegte en de onrust van de volheid. Ik weet dat het een hopeloze strijd is. Maar wel een waarbij ik geregeld geniet van mijn opgeruimde kamer. Als hij altijd zo was zou ik het gewoon vinden er niet zo van genieten.
Maar het gaat natuurlijk over meer dan de spullen die rondslingeren. Het gaat ook over mijzelf en mijn gedachten, gevoelens, mijn onrust en de soms ook hervonden rust in de leegte.
musea
Met dit koude weer is het binnen goed toeven en dat hoeft dan niet thuis te zijn. In een museum is het ook goed vertoeven. Woensdag ging ik met Ton naar Amstelveen naar het Jan van der Togtmuseum. Waren we nog nooit geweest maar na woensdag zullen er vaker bezoeken aan dat museum volgen. Kwamen we af op de schilderijen van de Chinese schilder Walasse Ting, we genoten het meest van de grote verscheidenheid aan schitterend glaswerk. En dat was ook heerlijk om te fotograferen. Dat licht door die kleuren heen, prachtig. En het vakmanschap van al dat glas, je snapt niet dat ze het zo kunnen maken. Neem nu ‘ dobbelsteen’ van Richard Ritter, daar zag ik hele landschappen in.
En in de vaas van van der Ham waren zoveel tinten groen en blauw te ontdekken.
En behalve allerlei nieuwe dingen zag ik ook een stuk jeugd terug aan de wand in het begin van het museum. Van der Togt was de man van de Tomadofabrieken en wie had in de jaren 50 en 60 geen boekenrekje, droogrek en wat al niet van Tomado? Als ik dit boekenrekje zie krijg ik plots heimwee naar mijn oude kamertje waar ik op zo’n zelfde boekenrekje trots mijn pocketboekjes had staan.
En na het bezoek natuurlijk lekker lunchen in het oude stationnetje vlakbij het museum. En de dag erop ging ik veel verder terug in de tijd, samen met Ivonne. We gingen naar Leiden voor een lezing over Nineveh en bezochten daarna de tentoonstelling. En wederom werd dat afgesloten met een lunch. Als je de kou trotseert moet er wel wat tegenover staan, nietwaar? En zo komt deze splinter door de winter.