reiger

Gisteren schreef ik o.a. over een reiger. Ik bedoelde daarmee de blauwe reiger, en niet

de grote zilverreiger, of de kleine zilverreiger, de purperreiger, de roerdomp, het woudaapje of de kwak. Allen familie van elkaar en behorend tot de orde van de roeipotigen. Ik had nog nooit van deze term gehoord, maar ik zie er wel wat bij.

Een reiger in de lucht is goed te herkennen aan zijn vliegbeeld: zijn nek is s-vormig ingetrokken en zijn poten steken recht achteruit. En zijn vleugels maken langzame, diepe slagen. Zo scharminkelig hij vaak aan de kant lijkt, zo statig is hij in zijn vlucht. (Onderstaande foto is van internet, gemaakt door Ben van den Broek.)

Maar als hij door ondiep water loopt, dan vind ik zijn houding ook prachtig, hij schrijdt als het ware en loert onderwijl op langs zwemmende vissen.

In vroeger eeuwen broedden er grote aantallen blauwe reigers in Nederland. In 1298 werd een twist gemeld tussen erfgenamen van Floris V over het bezit van een reigerkolonie in Amstelland.

In later tijden werden er veel veren gebruikt in de mode en werden volwassen reiger op het nest gevangen vanwege hun veren en stierven de jongen. Kleine vogeltjes werden soms in zijn geheel op hoeden gezet. Er werden zoveel vogels gevangen en gedood vanwege de mode dat er oogsten mislukten omdat er geen vogels genoeg meer waren om de insecten op te eten. Dankzij protesten is hier een einde aan gekomen. De reiger is nu en beschermde vogel.

En hij is langzamerhand zo aan mensen gewend, dat hij naast een visser wacht op een visje. Of, zoals ik pas las, komt hij iedere avond naar het huis van een oude dame die dan een kipfilet voor hem bakt. Toen de dame stierf bleef de reiger wekenlang iedere avond komen en wachtte hij voor het huis. tevergeefs.

reigers

Vanmorgen ging ik een rondje in de buurt doen, op zoek naar de reigerkolonie. Ik weet dat er niet veel reigernesten meer over zijn nadat er veel bomen zijn gekapt voor nieuwbouw van Het Sorgbos, maar ze zouden er nog zijn. Het was een heerlijk rondje, overal vogelgezang, vogels voor mij op mijn pad ( winterkoninkje, merel, zanglijster, houtduif), kleine insecten op bladeren die bleven zitten voor de foto. Ik liep dus te genieten, maar de reigers zag ik nergens, ik hoorde ook hun schreeuw niet. Ik lette goed of ik de witte uitwerpselen op de bladeren zag, want dat betekende dat er een nest boven zou kunnen zitten. En op het laatst, jawel. Allerlei wit op de struiken en de schreeuw van een volwassen reiger. Hij kwam aanvliegen, zette zich op een tak en daar begon een ander soort geschreeuw: jongen die honger hadden. Ik zag wat vage beweging maar het was te hoog en er zaten te veel takken voor. Maar de geluiden kwamen luid en duidelijk over. Helemaal blij liep ik verder en kwam onderweg nog verschillende soorten slakken tegen, prachtige rozen en veel wilde planten. Kortom, ik had een heerlijk rondje in de buurt. Hier niet ‘ Domweg gelukkig in de Dapperstraat’, maar ‘ Domweg gelukkig in het Sorgbos’.

P.S. van Ibo: ‘ Tijdens de bouw zijn nesten bedekt om broeden te voorkomen. Hopelijk komen een nu weer meer’. Ook wees hij me erop dat de lijster een zanglijster moest zijn en de duif een houtduif. Dat heb ik dus netjes veranderd. Dank Ibo.

nog steeds

Als de indianen een wat strenger immigratiebeleid hadden gevoerd,

was het nu niet zo’n puinhoop geweest in Amerika.

(Koot & Bie, Bescheurkalender)

Dit schreven zij al vele, vele jaren geleden.

blond

Soms heb je even zin in wat luchtigs, zoals onderstaand gedichtje dat ik jaren geleden maakte. Ik kwam het gisteren weer tegen.

Onder het mom van- ik ben blond en dom-
troggelde zij menig cheque
uit zijn zak. Zij was ‘dom’, hij was gek.
En terwijl zij van genoegen glom
werkte hij zich voor zijn blonde krom.

« Previous Entries