Oh ik verlang zo naar de kou die ramen van auto’s zo mooi beijzeld, de watertjes dichtvriest, de uitgedroogde planten een prachtige witte buitenkant geeft. En dan met mijn fototoestel naar buiten, op zoek naar soms bijna onopvallende schoonheid. Even geen regen maar vorst, heerlijk. En omdat die wens waarschijnlijk niet in vervulling gaat, duik ik er maar in met enkele foto’s. Het leuke van fotograferen is dat je thuis op de computer pas kunt zien hoeveel moois er in iets verborgen zit. Zoals deze kleuren in het ijs. Niets gephotoshopt, alleen wat de kleur opgehaald.
zin in koud
altijd
ALTIJD
Als ik over dat woord nadenk komt iets naar boven van buiten de tijd. Altijd is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Zou er iets altijd zijn? Niet de aarde, die is niet van altijd. Wij mensen zeker niet en de flora en fauna ook niet. Aan leven komt een eind, hoe lang dat leven ook mag duren. Eeuwenlang, dat is in de tijd, dat is een tijdsbepaling met een begin en eind al is dat niet altijd te overzien wanneer dat begin en eind is.
‘Ik zal altijd van je blijven houden’, ‘ je kunt altijd een beroep op me doen’, al deze woordjes ‘altijd’ vertellen iets wat niet waar is want ‘altijd’ is gewoon te lang voor een mensenleven.
Ook het heelal is niet voor altijd. Dat verandert ook, al is dat een zeer tijdrovende bezigheid die onze levensduur te boven gaat. Misschien is het enige fenomeen dat van altijd is het beeld van een god die de wereld heeft helpen ontstaan en er nog zal zijn als het met die wereld allang is afgelopen. Maar of dit zo is, daar hebben we geen bewijs van. Maar zolang er mensen op aarde zijn zullen er onder die mensen gelovigen in een god zijn die van altijd is. Best een geruststellend idee eigenlijk dat er iets is dat van altijd is. Het geeft iets van stabiliteit te midden van al die veranderingen.
Nucleus
Vorige week een schrijfbezoek gebracht aan de tentoonstelling ‘ Troost, overleving en bezwering’ van Maja van Hall en Roesja Trimbos. Als je in de buurt van Noordwijk bent, loop even het kleine museum in en geniet van deze dubbeltentoonstelling.
Ik kies om te schrijven het werk ‘Nucleus’ uit van Maja van Hall.
‘Ik denk dat het iemand symboliseert die lang in zichzelf opgesloten heeft gezeten, mogelijk als een soort bescherming en nu weer naar buiten gaat komen. Voorzichtig, rustig aan, breuk voor breuk. Steeds meer licht komt er van binnen naar buiten, van buiten naar binnen, een soort wedergeboorte.
Mogelijk staat dat voor de kunstenares zelf, maar het kan voor vele mensen staan.
Ik hoor een hartenklop, rustig en dan weer snel, kijk vanuit het donker naar het licht en voel de warmte komen. Ruik het groen van de lente en proef mijn nieuwe leven: zachtzuur met zoete nasmaak.’
Nucleus
rond bronzen beeld
jezelf ontgroeiend
en naar buiten brekend
door verse breukvlakken
licht naar binnen latend
de oude schil nog beschermend
om je heen, oudgroen
dat nu verlicht wordt,
gestreeld, getroost
m’
zondag
Zondag, hoe anders was die vroeger dan nu. Geen winkels open, maar als je iets vergeten was deed de kruidenier de deur wel even open. Klant is koning, nietwaar?
Voor mij is de zondag van vroeger omgeven met de geur van draadjesvlees en lof, voorafgegaan met soep. Helemaal zelf gemaakt natuurlijk. Johnny van Doorn, ofwel Johnny the Selfkicker, schreef er dit over:
Zondag
O zondag.
Met je geuren van braadvlees.
Met je mijmeringen.
Je tukjes. Je wandelingen. Je zitjes.
Je gekamde haren en je schone kleren.
O zondag.
En wat bracht mij de afgelopen zondag. Een bezoekje aan I. en in de middag weer naar een voorstelling van het Bolshoiballet in Moskou, gezien in de bioscoop in Haarlem. Met z’n vijven erheen en daarna samen een lekkere pizza eten. Geen slechte manier om een zondag door te brengen want oh wat was het weer een prachtig ballet. Dit keer werd ‘ de getemde feeks’ van Shakespeare gespeeld. Zo mooi, we waren er allemaal van onder de indruk. De dames in de rij achter mij hebben ook erg genoten. Dit keer geen twee oude dametjes, maar vriendin E. met dochter en schoondochters.
En nu is het maandag, heb ik gesport, wacht er een strijk en de stofdoek. Ach ja, het kan niet elke dag zondag zijn.
kweekschoolmeisjes
Niets is tijdsverlies, als je van de dag geniet.
Van wie deze uitspraak is weet ik niet, maar vandaag heb ik dus geen tijdsverlies geleden. Vandaag was de jaarlijkse reünie van de zeven kweekschoolmeisjes van De la Salle (1967-1969). En het was weer genieten van elkaar en meeleven met elkaar. Een mensenpad gaat ogenschijnlijk vaak over rozen, maar rozen hebben doorns en die kunnen venijnig prikken en pijnlijke wonden veroorzaken. Maar vriendschap is een balsem over de pijnlijke plekken en dan zie je weer de rozen en lach je met elkaar, klink je op elkaar en spreek je weer af voor volgend jaar. Deo volente, want we waren wel op een katholieke kweekschool.
We hadden les in het mooie oude gebouw, in de grote caravans of lekker in de zon op het gras. Het was een mooie tijd en daar hebben we weer uitgebreid over gesproken en net als toen zijn we op de foto gezet. Maar omdat niet iedereen op internet wil verschijnen laat ik die in mijn archief. Wel een foto van het gebouw ‘Hertenduin’ waarin onze school gevestigd was.
licht
Met het juiste licht, op het juiste moment,
is alles heel bijzonder.
Dit is zo waar. Dat merk ik altijd bij het fotograferen. In een saai bos maakt een zonnestraal melkwitte banen of dofgele bladeren goudkleurig. Een schilder als Rembrandt wist ook de magie vast te leggen van het licht op het juiste moment op de juiste plek. Ik vind het zo boeiend om hiermee te spelen. Schaduwen die ontstaan of die ik laat ontstaan en kan veranderen, het blijft me boeien en ik blijf het fotograferen.
Maar ook zonder toestel loop ik rond te kijken in de stad of de natuur. In de stad is voor mij meer spanning, meer verscheidenheid van licht en wat dat licht met gebouwen, kunstwerken en mensen doet.
door de wol geverfd
Kijkend naar de verkiezing van de Tweede Kamer voorzitter zei ik: “die is wel door de wol geverfd.” En direct er achteraan dacht ik: jij verft de wol toch, de wol verft jou toch niet?
Dus even opgezocht waar de uitdrukking vandaan komt. Het blijkt dat de positieve uitleg vroeger minder positief was. Nu betekent het: ‘ zeer ervaren’, maar voorheen stond het voor ‘ brutaal, doortrapt.’ (Van Dale 2005, dus echt niet lang geleden).
Eigenlijk moet er staan: in de wol geverfd zijn. Wol die direct van het schaap kwam en onbewerkt werd geverfd werd doordrenkt met verf en hield zijn kleur beter vast. Het kostte veel meer verf en was dus duurder dan wol die later pas geverfd werd. Die was niet zo doordrongen met verf.
In de zestiende eeuw werd de uitdrukking’ in de wol geverfd’ (van iets heel goed op de hoogte zijn, meestal iets ongunstigs) al gebruikt en in de achttiende eeuw werd het ‘ door de wol geverfd zijn’.
Opeens moet ik denken aan de tijd dat onze M. nog heel klein was en ik nog regelmatig zat te spinnen. Van mijn oom kreeg ik eens per jaar een schapenvacht, nog helemaal vies en stinkend, maar dat spon het lekkerst. Van de gesponnen draden breide mijn moeder vesten voor Ton en M. Het grote vest was zo zwaar dat Ton het zijn’ kogelvrije vest’ noemde. Dat jaar kreeg ik de vacht van een zwart schaap en ik zie M. nog lopen door de kinderboerderij. Mogelijk roken de schapen nog iets bekends aan haar vestje.
riet
Vanmorgen was het plan te gaan lopen rond de Molenplas maar het weer zat tegen en mijn keel en hoofd ook. Dus de hele dag geslapen in plaats van actief te zijn geweest. Nu even een paar uurtjes op en dan ga ik toch achter de computer, altijd een leuke afleiding. En omdat ik er niet kon lopen bekeek ik de foto’s die ik daar kort geleden maakte, een geestelijk rondje buiten dus. En altijd blijkt weer dat ik geboeid word door de vorm van het riet. Al jaren zet ik dat op de foto, zo ook onlangs. Als je dat hoge riet ziet dan denk je niet: wat een hoog gras, maar dat is het in feite wel. Net als mais dat is en andere granen. Maar dat groeit hier niet, wel het riet dus, dat fotogenieke riet. Klik op de foto om hem vergroot te zien en dan zie je ook de vormen zo mooi.
Amsterdam light
Gisteren ons Wummah-uitje: met een rondvaartboot door een donkerend Amsterdam gevaren langs de lichtkunstwerken. De meeste waren aan de linkerkant van de boot en ik zat, jawel, aandoe rechterkant. Maar vriendin A. was zo verstandig ons naar de laatste bank te dirigeren zodat ik ook achteruitzicht had. Alleen besloegen de ramen steeds, maar daar had ik gelukkig iets voor bij me. Natuurlijk zijn de foto’s dan niet scherp, maar ze geven wel de sfeer weer. Even een paar impressies. Klik op de foto om hem te vergroten.