Toen ik enkele jaren geleden een i-pad kocht, zette ik er een aantal, gratis, oude boeken op. Zoals het ‘Zeemans woordenboek’ van Jacob van Lennep (1802-1868).

Dat is zo leuk om te lezen en af en toe staat er een stukje in waar ik geen woord van begrijp. Maar ik kom ook veel bekends tegen dat toen een andere betekenis had dan nu. Of ik kom een woord tegen dat ik wel ken maar de betekenis ervan niet meer precies. Neem nu het woord ‘ Bramzijgertje’. Het klinkt bekend en roept bij mij het beeld op van een jenevertje
In het boek staat:

Bramzijgertjen: naam, dien de visscherslieden geven aan fosforieke dampen, die nu en dan uit zee opstijgen en samensmelten, en waarin de visscher, ze door zijn verbeelding vergrootende, gestalten des duivels meent te zien.’
Ik zoek het even op Google op en daar staat, behalve bovenstaande definitie, ook dat Jan de Hartog dit mogelijk heeft verzonnen voor een te jong, illegaal bemanningslid in zijn boek. Voordien kwam het woord niet voor in deze betekenis.

De bemanningsleden zagen na eindeloze dagen alleen zee wel eens meer iets dat er in werkelijkheid niet was. Zo staat in het boek onder ‘ Boterland’: Land dat men waant te zien, doch ‘t welk alleen uit een gezichtsbegoocheling ontstaat, en als wegsmelt by ‘t naderen.

Heerlijk zo’n boek om af en toe wat in te bladeren.