even niet

Jullie zullen even een tijd niets van me horen. De zoon van mijn broer Frank, Mink, is verongelukt. Pas 27 jaar en de liefste jongen van de wereld met een prachtige toekomst voor zich is er niet meer. We zijn er allemaal kapot van. Ik meld me wel weer een keer.

tuinbeeld binnen

Verscheidene lezers zullen in deze monoprint ons vroegere tuinbeeld herkennen dat nu een binnenbeeld is geworden. Ik wist niet meer dat ik het had getekend en op  deze druilerige middag, nog net voor ‘ escape to the country’ begint, zet ik het op Fluweelbloem. Hier dus een escape de andere kant op.

verlangen

Verlangen. In dat woord schuilt een heimwee. Niet alleen naar het verleden, naar wat is geweest, maar vooral naar wat nog komen gaat. En het jammere is dat als het dan gebeurt, het verlangen over is. Dat heerlijke gevoel met die spanning van ‘ hoe zou het zijn als…’ .Nou zo dus. En dat kan mee of tegen vallen. Maar zonder verlangen geen liefde, geen kunst, geen ontwikkeling van mens en dier. Dier? Zou een dier ook verlangens hebben? Volgens mij wel. Een hond kan soms zo verlangend naar buiten kijken alsof hij zeggen wil:’ zie je niet hoe graag ik eruit wil?’

En verlangen naar seks daar hebben dieren speciale tijden voor. Want een jong geboren laten worden in een jaargetijde dat er geen eten is, dat betekent het einde van de soort. En dus burlen de herten op vaste tijden en zingen de vogels in het voorjaar. En is er geen jong meer te voeden en geen vrouw meer te versieren, dan houdt het zingen vaak op.

Verlangen, vooral jonge mensen kunnen een diep verlangen hebben naar een ander leven dan hun ouders hebben geleefd. En heel veel trekken er dan ook na hun schooltijd op uit. Verre landen zien, andere mensen en culturen ontdekken, je blik verruimen en daarmee je geest en hart.

verlangen

naar daar

andere culturen ontdekken

blik en geest verruimen

doen

een wens doen

O, die wensen

Er was eens een echtpaar dat 25 jaar getrouwd was. Ze vierden dit en dat ze beiden 60 jaar waren geworden. Tijdens het feest kwam een fee langs die zei dat ze ieder een wens mochten doen. De vrouw zou graag samen met haar man een wereldreis maken en ze was nog niet uitgesproken of de reisbiljetten had ze al in haar hand. De man mocht uiteraard ook een wens doen.’ Mag ik echt alles vragen?’, vroeg hij. Toen de fee dat bevestigde vroeg hij ‘ een vrouw die 30 jaar jonger was dan hij’. Hij was nog nauwelijks uitgesproken of hij was 30 jaar ouder.

Dit heb ik niet zelf bedacht, maar vrij naverteld uit het boekje ‘Lente in je hart’ van Erich Kaniok.

lentegevoel

Zo zittend met de zon in de kamer komt het lentegevoel op. Heerlijk zo dadelijk even naar buiten op de fiets. Ik zag wat lentefoto’s van een paar jaar geleden en dacht: die zet ik op Fluweelbloem. Geef ik jullie ook even een lentegevoel mee.

van een afbaarder en een aventurier

Na de strijk ben ik, met een kop koffie, even op mijn kamer gaan zitten, voor de pc. Daar zag ik de site’ beroepen van toen’ waarop H.M.Lups allerlei informatie geeft over oude beroepen. Dat vind ik genieten en daar wil ik anderen dan ook van laten meegenieten.

Zo las ik over een afbaarder.

Hiermee werd de persoon aangeduid die bij de schelpenvisserij oesters en mossels ontbaardde en in metaalgieterijen de overtollige uitsteeksel verwijderde van de voorwerpen, die uit een gietvorm kwamen.

Toen ik het woord las dacht ik aan een barbier die baarden afscheert. Nee dus, de ‘ baarden’ van schelpdieren en van ijzer. Van de week zagen wij dit in ons favoriete programma’ escape to the country’. Daar waren mannen de baarden van oesters aan het verwijderen.

Een ander beroep dat hele andere associaties bij mij opriep dan het inhield was Aventurier. Geen idee dat dat ook beroep was. Dat was het eeuwen geleden wel degelijk in Zeeland en in Delft.

Een avonturier is daar dan een rondreizend koopman. In de Delftse Keuren van 1537 werd de ‘Çaeckbrugge’ aangewezen als standplaats waar: “aventuyrers mit eenighe vreemdicheit” hun koopwaar aan de man mochten brengen. Van Bleyswijk zegt hier over: “De Kaeckbrugge, die van ouds tot veelerhande, nu seldsame waren, was gedestineert, en na ‘t schijnt, veeltijds door Quack- ofte Lapsalvers ( die men anders avonturiers noemt) geoccupeert en beslagen wierd”.

En ik ontdekte het nog steeds gebruikte woord ‘ quacksalver’ ook in een heel andere betekenis dan dat ik er nu aan geef. Tjonge, wat kun je toch leuke informatie vinden op het internet en dat op een gewone donderdagmorgen in februari.

Vriendelijk

Ik las net een mooi Japans gezegde:

Een vriendelijk woord kan drie wintermaanden verwarmen.

winters van weleer

winters van weleer
mijn eerste glijstapjes op ijs
een kruik in bed
ijsbloemen op de ramen

mijn eerste glijstapjes op ijs
een sneeuwpop met koolzwarte ogen
ijsbloemen op de ramen
vastgevroren veters

een sneeuwpop met koolzwarte ogen
tintelende handen
vastgevroren veters
samen rondom de kachel

tintelende handen
ieder jaar het winterboek
samen rondom de kachel
winters van weleer

marisca

Ik moest glimlachen om de reactie van Rosalie gisteren. Zal het eens uitproberen. En wat dat winterboek betreft in bovenstaand gedicht, dat kreeg ik ieder jaar met sinterklaas en was daar de hele winter blij mee. Je kon erin lezen, puzzelen, tekenen, het was mijn heerlijkste cadeau. Tot vorig jaar heb ik ze bewaard. Nou ja, gaat ie weer het lettertype aanpassen. Volgende keer maar in een bekender lettertje werken, daar heeft hij geen moeite mee.

uitzicht in de ochtend en avond

Er lag even sneeuw dus snel een foto gemaakt vanaf het balkon richting het westen. En toen kwam de avond en riep Ton: ‘kijk eens naar buiten naar die lucht!’ Schitterend was de lucht in het westen en dus weer het balkon op en foto’s gemaakt. Wat is het hier genieten van al die mooie luchten en het uitzicht. Ja, ik mis dan wel de vogels vlak voor mijn raam die van mijn lokzaden eten, maar we krijgen er genoeg voor terug. Trouwens, vanmiddag liep ik een klein stukje, grote stukken gaan helaas op het moment niet, en toen hoorde ik vlakbij een vogel zingen. En omdat ik nooit de zang van de vogels zal leren onderscheiden probeer ik de vogel te ontdekken. En daar, vlak boven mijn hoofd een roodborstje dat uit vol rood keeltje allerlei verschillende riedeltjes liet horen. Dan was het even stil, luisterde, hoorde wat in de verte en ging weer aan het zingen. Wat een genot dat van zo dichtbij te zien en te horen. Dat is een cadeautje dat ik in dank aanvaard. Net als al die wisselende luchten. Kijk maar mee en geef toe dat ik niet overdrijf. Ze zijn in dezelfde richting gemaakt alleen is die van de avond zeer ingezoomd op de bomenrij.

van Capelaan tot courantier

Het is al weer een tijdje geleden dat ik schreef over oude beroepen in de Franse tijd in Haarlem en omgeving. Ik ben bij de C gebleven en ga nu weer verder. In 1796 waren er vier Capelaans maar wel 18 casteleyns. Ik denk dat er ook vrouwelijke waren want er staat casteleyn(es). Waren de Capelaans niet ouder dan 45, de cateleyns werden wel ouder in hun beroep. Maar boven de 65 was er niet een. Ik noem gewoon even de beroepen verder op met een C, dat is wel te doen:

Cathegesemeester (2), cherge (1), chirurgijn+k (29), cipier (1), clerck (8), coffyschenker (1), collecteur (9), commandant (2), commissalenhouder (1), commissaris (6), comptoirbediende (42), compagniebediende (1), conrector (1), couranteloper (2), courantier+k (3).

De enige beroepen die met een hoofdletter werden geschreven hadden met een geloof te maken.

Waren er ook vrouwen actief in en rond de kerk? Jawel. Als catechiseermeeesteres of aanzegster, als mantelverhuurster (rouwmantels), schoonmaaksters, stoelenzetters of stovenverhuursters. In de marge dus en daar is in veel gevallen nog niet veel veranderd sindsdien.

Ik ‘ knip’ even iets uit een stuk over chirurgynen:

“De exercitie van het Chirurgijns-ambt bestaet in drie poincten, de functie van de Chirurgie, van Hayrsnyden ende Baertscheeren”. In feite kwam het erop neer, dat alle verrichtingen aan het lichaam van de mens met een scherp werktuig behoorden tot het vak van de chirurgie.Hoe veelzijdig de taak van een chirurgijn was blijkt uit het werk van Goverd van den Berg, van 1781 tot aan zijn dood in 1808 chirurgijn te Rijnsburg. Hij leverde bijvoorbeeld medicijnen aan het weeshuis van Rijnsburg en samen met een andere chirurgijn ontving hij ook een somma van zes en zeventig cent per persoon per jaar, “daaronder gerekend het scheerloon van de Personen in het Weeshuis”.
Zoals bij vele beroepen bleef ook dit dikwijls lang in de familie.

De chirurgijnen beoefenden tot op hoge leeftijd hun beroep. Ik was ook benieuwd wat een courantier ook weer was. Ik moest het weten want ik had er al eens over gelezen en jawel, ik weet het weer. Ik zet dat in een ander stuk anders wordt het zo’n lap woorden. Het moet wel leuk blijven om te lezen.
Sorry voor het verspringen van het lettertype, maar hij doet niet altijd wat ik wil. Is op zich ook wel leuk, een eigenwijze computer die zelf bepaalt hoe het eruit komt te zien. Ik gun hem dit pretje.

Verder kijken »