Afgelopen week waren Ton en ik te gast in het boshuis van E. en R. en hoewel de weersvoorspelling niet veel goeds beloofde: alleen woensdag een hele mooie dag, hebben wij prachtige dagen gehad. En de dag dat het niet zo goed was, moesten wij op pad.
Geen wifi, dus geen mail, facebook, feud enz. Hebben jullie waarschijnlijk niet gemerkt want ik had Fluweelbloem geprogrammeerd voor deze week. Wat doe je dan? Hetzelfde als we altijd deden: lezen, puzzelen, schrijven (ik), wat in de buurt wandelen, een rondritje maken en natuurlijk koffie mèt en ’s avonds een keer ( of wat) uit eten. En het is er zo heerlijk stil dat de gedachten vanzelf komen om te schrijven. Ik zat geregeld pal naast de vijver en dan die kikkers te volgen, dat is ook bijzonder. Maar daarover de volgende keer. Dan ook over de koolmezen die er in zwermen rondvliegen. Wat een plekje is dit om in stilte te mijmeren, te lezen of gewoon om je heen te kijken. Tijdens dat lezen las ik een citaat en opeens wist ik waarom ik er zo van houd om oude, (half)vergane dingen te fotograferen.
‘ Dingen kunnen hun werkelijke schoonheid pas vinden als de tijd die heeft verweerd.
Er moet een basis zijn van echtheid en schoonheid, maar pas als het leven er ook aan toegevoegd is, vindt het zijn echte waarde.’
Anton Heyboer