bijna goed

Mirjam heeft het bijna goed. De foto’s zijn gemaakt in het station Heemstede/Aerdenhout. Vandaag weer flink aan de opruim en dan kom je weer zulke leuke dingen tegen en dingen waarvan je denkt: waarom heb ik dat bewaard? Hoewel dat laatste minder vaak gebeurt dan het eerste. En omdat het vandaag gedichtendag is ( dank Els) een klein gedicht van mezelf dat ik misschien komende zaterdag ga voordragen op het open podium bij de geweldige boekhandel Blokker in Heemstede.

de i

vanaf het begin
te schriel, te kaal,
bijna verdwijnend
in eigen schaduw

uit meelij
zette de zetter
er een toppunt
boven

anders kijken

Het leuke van een fotocursus is dat je door de opdrachten ( mits die creatief zijn en onze docent is zeer creatief met zijn opdrachten) anders gaat kijken naar een omgeving waar je vaak genoeg bent. Nu moesten we door een klein kader op drie verschillende plekken gaan kijken en spannende combinaties vinden die je niet direct herkent. Nu heb ik op het moment niet zoveel tijd maar wil de de opdrachten wel goed doen. Dus denken waar ik heen zal gaan. Dat werd een openbaar gebouw in de buurt waar ik regelmatig kom. Ik voelde me in het begin wel voor joker staan met dat kartonnetje voor mijn oog. Dicht er tegen aan en dan steeds verder van me af tot ik iets zag dat me boeide. Maar als je lekker bezig bent heb je geen erg meer in de mensen om je heen en vergeet je dat je enigszins voor joker loopt. En ik moet zeggen dat ik nu stukjes ‘ mooi van lelijkheid’ zag en daar blij van werd. Enig idee waar ik ben geweest? De laatste foto laat mij al fotograferend zien op de laatste plek in dat gebouw waar ik foto’s heb gemaakt. Die staan nu echter niet hier. Klik op de foto’s om ze te vergroten.

thuismarkt

Gisteren hadden we thuis een markt van alle dingen die we niet mee willen nemen maar die we wel een goede bestemming willen geven. Dus twee vensterbanken vol boeken, keurig gesorteerd naar onderwerp. Tafels vol snuisteren. Gelukkig kwamen er genoeg mensen die iets van hun gading vonden en blij naar huis gingen met een of meer tassen/zakken vol. En tegelijk was het voor hen ook een soort afscheid van het huis nemen. En na afloop kwamen twee sterke mannen en die namen alles mee wat over was. Zij blij, wij blij. Dank A. voor het regelen.

       

En dan hebben we nog onze mooie grote boekenkast . Deze is met de hand gemaakt, oersterk, als nieuw en te koop. Via Marktplaats lukt het tot nu toe niet, wie weet weten jullie iemand die er interesse voor heeft. Laat hij/zij maar een bod doen. Komen kijken kan altijd.   
                               

ooievaars

Vandaag zag ik twee ooievaars in het weiland langs de Herenweg en zij pikten met hun lange rode snavels in de grond op zoek naar insecten. Hun lange rode poten staken goed af tegen het groen van het gras en het wit van hun veren. Zijn zij al terug of helemaal niet weg geweest? Dat weet ik niet, wel dat ik blij verrast in mijn remmen kneep en een tijdje naar ze heb staan kijken. Ik blijf het een wonder vinden, ooievaars in je eigen dorp tussen langs rijden auto’s en bussen en dat zij daar niet van op- of omkijken.

Vroeger werd er over veel dingen niet met kinderen gesproken, of in omleidende woorden zoals ” de ooievaar is gekomen” als er een kind was geboren. En als dat kind dan rode vlekken in de nek, op de oogleden of een andere plek in het gezicht had, dan zou dat volgens het volksgeloof komen omdat de ooievaar het kind daar vast had gehouden met zijn snavel. In werkelijkheid waren het vaak uitgezette haarvaatjes die vanzelf weer wegtrokken. Sommige vlekken echter, vaak in de nek, trokken niet weg: ooievaarsvlekken.

Volgens hetzelfde volksgeloof waren ooievaars geluksbrengers. Als er een ooievaar op of rond je huis nestelde, dan kwam er geen blikseminslag of brand. En ook de kraamvrouw zou niet sterven, iets dat vroeger veelvuldig gebeurde.

Het woord ‘ooievaar’ zou afgeleid zijn van ‘odebaer’ (Oud Duits:’Odebero’) waarin ‘baren’ (=dragen) is terug te vinden en ‘ode’ (=geluk,leven,rijkdom) voorkomt, zodat de ooievaar zou betekenen: ‘levenbrenger’, ‘geluksbrenger’.

En denk nu niet dat volksgeloof iets van vroeger is. De vrouw die dit nu zit te typen heeft vorig jaar een Jozefbeeld in de tuin begraven en vroeg elke avond aan de goed heilig man of hij wilde helpen bij de verkoop van haar huis. En nu mag hij dus uitgegraven worden en krijgt hij een ereplaats in ons nieuwe huis. Want voor wat hoort wat, nietwaar. En ik geloof niet in toeval, maar toevallig staat een van mijn vriendinnen op het punt weer oma te worden, wie weet waren deze ooievaars een vooraankondiging.

thuis

 Vanmorgen was ik weer naar het schrijfcafé en het thema was ‘ thuis’. Via allerlei opdrachten ga je het thema verkennen. Met bijvoorbeeld een open zin: ‘Als ik het woord ‘thuis’ hoor denk ik…

aan de geborgenheid die ik daar voel, mijn eigen plek met mijn eigen spullen. Straks in een ander huis, maar ook daar weer ‘ thuis’.Thuis kan ik me ook bij mensen voelen of op bepaalde plekken. In onze caravan, omgeven door onze eigen spulletjes voelde ik me thuis, maar ook in het huisje in Bretagne, tussen andermans spullen. Ik krijg dan het gevoel ‘ laat mij hier maar een tijdje zitten’. Lopend langs een stil strand voel ik me daar thuis, maar als het vol met dagjesmensen is, dan weer niet. Soms heb je het ook met nieuwe mensen die je ontmoet. Het is de blik in de ogen, de stem, de houding die maakt dat je je bij die mens thuis voelt.

Maar het geldt ook voor gebouwen, dieren en kunst. Soms is er in een museum of galerie een beeld waar ik direct heen loop. Ik wil het dan aanraken, maar dat mag meestal niet. Thuis gelukkig wel. Toen ik onze beelden voor het eerst zag wist ik direct: die is voor mij gemaakt. Met schilderijen heb ik dat wat minder, maar wat sfeer betreft voel ik mij meer thuis in de moderne kunst, de wat abstracte, dan in de oude kunst die de werkelijkheid uitbeeldt zoals ik die ook zie. Daar voel ik mij niet zo thuis, ik houd ervan als er nog iets te raden valt en ik word aangespoord eens anders naar de werkelijkheid te kijken.

We kregen ook een gedicht van Kees Spiering en dat begint zo:

Thuis

Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.

Wat een geluk als je dat mag ervaren. En dat geluk heb ik. Een van de woorden die ik vanmorgen gebruikte gaf dat gevoel weer: ik voel me bevoorrecht.

verkocht!!!

Het zag er al een tijdje naar uit dat ons huis verkocht zou zijn, maar helemaal zeker was het nog niet. Maar nu hebben we het verlossende telefoontje gekregen: het is verkocht. Je begrijpt dat we er blij mee zijn, en druk. Maar we vinden het leuk samen die nieuwe stap te maken. Dus op zoek naar en nieuwe keuken, badkamer, vloer, tegels enz. enz. Het gaat allemaal snel want wij hebben inmiddels ook een huis gekocht, een appartement bij ons in het dorp. Een slimme meid is op de toekomst voorbereid. Nog ruim een maand en dan gaan we ons zo vertrouwde huis en buurtje verlaten en gaan we een aantal maanden in een vakantiehuisje bivakkeren terwijl ons nieuwe huis wordt opgeknapt. Spannende tijden dus, maar zoals al eerder gezegd, leuke spanning. Je hoort er wel van hoe het verder verloopt.

als een kind

Achter de wind aanrennen. Ver-
halen vertellen aan de bomen. Een bed
maken van hun bladeren.

Telkens weer kind kunnen worden. Zo
groot als je bent, zo klein. Zo ernstig zo
je bent, zo speels.

Afleggen wat je remt, blokkeert, leven
wat er te leven valt. Volwassen, ècht
volwassen zijn.

Hans Bouma
uit: Je leven een feest

Dit gedicht vond ik vanmorgen tijdens het verder opruimen van mijn kamer. De waskeuken is klaar, de berging moet Ton verder doen, keukenkastjes bekeken en apart gezet wat weg mag. En zo vullen de dozen van’ weg’ zich tot het moment dat we zeker weten dat ons huis definitief is verkocht. Wij zijn meer dan volwassen maar samen weer ergens opnieuw beginnen geeft ons een speels plezier, we zijn weer vol verwachting, inderdaad, zoals een kind dat kan zijn.

sneeuwklokjes

Vanmorgen liep ik in Leiduin en daar zag ik mijn eerste pol sneeuwklokjes van dit jaar. Dan maakt mijn hart een hupje. Maar dat gebeurt al eeuwen als mensen die aanzegger van de lente zien. In 1853 schreef De Genestet:’

Ons kwam een bloempjen uit de sneeuw Die zoete maar vermelden. Sneeuwklokjes, blinkt, Sneeuwklokjes, klinkt, Sneeuwklokjes, luidt op den winterschen akker Lente met duizende bloemekens wakker!  

(klik op de foto om deze te vergroten)
Ja, of de lente echt doorzet of dat we toch nog wat winter krijgen, wat ik hoop, dat is afwachten. Maar nu schijnt de zon en vanmorgen zag ik ook een kiemplantje van de esdoorn, zachtgroen, het blaadje nog opgerold, maar wel boven de grond. En een ekster die druk in de weer was met stukjes stro.

lezen

LEZEN

Mijn boeken zijn meer
dan gebundeld papier
zoveel meer
dan een paar glazen inkt
op dood hout
het zijn stemmen
die nimmer
de stilte doorbreken
ruisende werelden,
plaatsen van rust

Het zijn bomen
die weer zijn begonnen
te spreken

Ingmar Heytze

Ja, als je niets met boeken hebt, dan snap je niet dat mensen moeite hebben met ze op te ruimen en totaal geen moeite hebben er weer net zoveel bij te kopen. Maar dat geldt voor alle hobby’s, al vind ik lezen meer dan en hobby, het is een levensbehoefte die je hebt of niet hebt.

natte dieren en een lege bushalte

Voor sommige mensen ‘ val ik een beetje’. Dat had ik ook met Martin Bril. Die had iets waardoor ik, zonder dat ik hem persoonlijk kende, iets voelde. Iets van vertedering. Nu hij is overleden moeten we het met zijn boeken doen en op het moment lees ik ‘Heimwee naar Nederland’ als ik in bed lig. Ieder hoofdstuk gaat over een andere plek in Nederland waar hij naar toe is gegaan. Ik pak twee van de onderstreepte stukjes. De eerste is het begin van het hoofdstuk “ Zondagmiddag’.

Ik moest naar Wageningen. Daar kun je op verschillende manieren komen. Te voet. Met de trein. Op de fiets. Ik ging met de auto. Als ik een trein had gehad, was ik met de trein gegaan…’
Hier moet ik om glimlachen. Het volgende citaat toont aan welk een goed observeerder hij was. Het is uit hoofdstuk:’ Onderweg I’

Af en toe kom je langs een bushalte waar niemand staat te wachten. Boven de bermen hangen biddende valken, in de uiterwaarden staan natte dieren. Een nat paard is mooier dan een natte koe, maar leg dat maar eens uit. Twee natte paarden overtreffen alles, op een dag als deze, hoewel, een doorgezakte shetlander mag er ook zijn. De berusting waarmee zo’n beest de wereld in kijkt- hartverscheurend…’

Dat doet me denken aan de twee paarden die buiten Appelscha in een drijfnatte bak zand stonden terwijl ernaast een mooi grasveld lag waarop wij zeiden’ oh wat zielig voor die paarden in die nattigheid.’ Zij hadden niet zo’n doorgezakte rug en dikke buik als die pony’s hebben waarover hij schrijft.

Dit was een van de paarden. En ik vind een bushalte waar niemand bij staat te midden van het niets ook zoiets treurigs hebben. Zo verlaten.

Verder kijken »