Jawel, ik ben weer aan het spelen met woorden geweest vandaag. Het buiten lokte niet zo. Uit een weekblad allerlei woorden uitgeknipt, daar groepjes van gemaakt die weer gerangschikt, opgeplakt, erbij gekleurd en daar een gedicht bij gemaakt. En toen kwam er een mooie paasboodschap uit. klik op de afbeelding om de tekst goed te kunnen lezen.
spelen met woorden
weer thuis
We zijn weer thuis en gelukkig is dat ook heel fijn. Nu al die foto’s bekijken, sorteren, bewerken, heerlijk om te doen. Ik had van de week ook een zentangel gemaakt van een gezicht, was niet de bedoeling maar ontstond zo. Toen heb ik de zakjes met uitgeknipte woorden en zinnen erbij gepakt en ontstond dit. En toen het klaar was zag ik dat je vanaf elke plek kunt beginnen met lezen, en rechtsom of linksom, het klopt elke keer. Was weer een leuke verrassing.
bakermat
Ik zit lekker op het balkon te lezen en wissel dat af met wat puzzelen. Ik moest een ander woord vinden voor ‘plaats van oorsprong’. Nadat ik wat letters had kwam er eerst baker en toen wist ik dat er mat achter moest.
Bij dat woord ging er van alles door mijn hoofd. Ik zag een vrouw die moest bevallen en geholpen werd door een baker. Toen het kind was geboren werd het op een speciaal matje neergelegd, eigendom van de baker: de bakermat.
Het is een wat saai ogend matje dat snel gewassen kan worden want iedere baker heeft maar één bakermat en ze weet nooit wanneer het volgende kind het nodig heeft.
Het matje gaat van moeder op dochter, mits die dochter ook baker wordt.
Werd in de winter de mat te heet verwarmd, dan werd het kind, helaas voor de ouders, te heet gebakerd.
Behalve een bakermat had de baker ook bakerpraatjes die ze te pas en te onpas bezigde. De meeste mensen wisten dat die praatjes op bijgeloof berustten maar toch waren er genoeg mensen die ze voor waar aannamen.
Enkele van die bakerpraatjes waren:
Worden je ribben blauw geschopt? Een jongen. Meisjes schoppen lager.
Draag je je baby hoog? Een meisje.
Zijn je handen zacht? Een meisje.
Dat is toch zo leuk als je over woorden die je gebruikt soms wat langer gaat nadenken en je fantasie de loop laat.
Ik tik het woord ‘baker’ in om naar een plaatje te zoeken en dan zie ik hoe onze taal al vol engels zit want ik krijg allerlei plaatjes van bakkers en hun spullen en George Baker. Maar ik heb er een gevonden en duidelijk is de bakermat te zien.
handdoek en theedoek
Bij ons in de keuken hangen, zoals bij de meeste mensen, een handdoek en een theedoek. Opeens bedacht ik: waarom heet het een theedoek en geen koffiedoek of waterdoek? En beide voorwerpen, de theedoek en de handdoek heten doek maar zijn heel verschillend van materiaal. De theedoek glad en dun en de handdoek rul en veel dikker. En in de keuken klinkt handdoek nog logisch, je droogt daar alleen je handen af, maar in de badkamer hangen ook handdoeken waar je je hele lijf mee afdroogt en die heten toch geen lijfdoek. En een grote handdoek voor op het strand heet dan weer een badlaken. Voor gasten zijn er speciale gastendoekjes. Wat zijn veel woorden die je automatisch gebruikt eigenlijk verrassend. Zo vind ik het woord ‘washandje’ zo leuk. Een soort zakje van stof waar je hand ingaat en zeep erop en daar kun je je bij de wastafel dan mee wassen. Voordat de mensen douches kregen was dat de manier waarop de lichamen gewassen werden.
Ik keek even op internet naar de oorsprong van het woord ‘theedoek’ en zag daar het volgende staan:
In de achttiende en negentiende eeuw dronken deftige dames thee uit fraaie porseleinen kopjes. Ze wasten deze kopjes zelf, omdat ze de handen van de dienstmeiden te ruw vonden. Ze hadden hiervoor fijne damasten doeken: theedoeken. Die doek werd alleen voor de theekopjes gebruikt.En die naam is nooit meer verdwenen.
volgende stap
Nadat de tekening klaar was heb ik woorden gezocht en erbij gelegd. Je kunt rondlezen en op verschillende manieren starten met rondlezen.
de letter P
Gisteren kreeg ik een opdracht: maak zeven zinnen met woorden die beginnen met de letter P. Nu had ik nog een zelf ontworpen letter P in voorraad, dus die heb ik gecombineerd met mijn zinnen. Thema van de dag: patrijs in perenboom. Dat ziet er dan zo uit:
boekselen
Weer aan het boekselen geweest en de gekozen woorden bepaalden het latere gedicht. Klik erop om het vergroot te zien.
citaat
Een dodelijker citaat over iemand dan dit heb ik nog niet gelezen:
‘Zelfs zijn zwijgen bevatte taalfouten’
Stanislaw Jerzy Lec
woorden
Van de week heb ik de eerste beginselen van ‘boekselen’ geprobeerd onder de knie te krijgen tijdens een workshop van Loes Vork via de computer( tik Loes Vork boekselen en je ziet haar voorbeelden). We kregen wat opdrachten en opeens had ik iets nieuws om tijdens warme zonnedagen in de schaduw te kunnen doen: tekenen, kleuren en schrijven ineen. De voorbeelden die ik zag waren prachtig en ik moest tegen mezelf zeggen: ‘zij is er al jaren me bezig’, vooral nadat ik mijn eigen eerste boeksel bekeek. Maar er kwam uit het doen een gedicht tevoorschijn over het gebruik van woorden in de poëzie:
opeens worden woorden
gewone woorden bijzonder
doorzichtig
omdraaien, omvouwen
openen
ondergewaardeerde woorden
komen te voorschijn
Die ondergewaardeerde woorden deden me denken aan mijn schrijven vorige week over een sleuteltje. Ik maakte er ook tekeningetjes bij en een kleine gedicht. Zoals bij ‘muzieksleutel’:
muzieksleutel
deze sleutel opent magie
onbekende klanken
voegen zich aaneen
stokken, dwarrelen
en vallen op hun plek
cappuccino
Terwijl hondje Bas op mijn schoot lag te slapen, las ik in het boekje van Wim Daniëls: ‘Huppel Nederlands’. De vrolijkste woorden uit de Nederlandse taal volgens hem.
Ik drink een espresso en lees over het woord cappuccino. Het was een woord dat niet in mijn vocabulaire voorkwam als kind, ik kende wel ‘peignoir’ en abattoir’, maar cappuccino, daar had ik nog nooit van gehoord. Ik heb toen ik het woord wel al gebruikte nooit geweten dat het een relatie heeft met de monnikskap van een kapucijnermonnik.
Maar als ik afbeelding op internet opzoek van die monniken, dan zie ik bruine pijen met bruine capuchons. Dus dat witte melklaagje zie ik niet terug in hun kleding. Hoe ontstaat dan toch zo’n woord? Geen idee.