Ik kies vandaag het woord ‘verwonderen’.
Het is iets dat je van de wieg tot het graf kunt doen: je verwonderen om wat je ziet, voelt, hoort, proeft of ruikt. Zo mooi om dat bij kleine kinderen te zien. De vreugde op hun gezicht, de verbazing, gewoon bij het eerst echt zien van een handje, voetje, vlinder, het proeven van een eerste ijsje. Het is belangrijk dat het verwondering gestimuleerd blijft worden door de kinderen te leren bewust te zijn van hun omgeving, ze kunst en natuur aan te bieden. Kinderen die dat niet of minder krijgen missen veel, ook in hun latere leven. Want je kunt je tot op hoge leeftijd blijven verwonderen. Zo blijft je geest en gemoed open voor nieuwe dingen die je misschien als een klein wonder zult ervaren. Het zit niet voor niets verstopt in het woord verwonderen. Ook als je niet veel meer kunt kun je je blijven verwonderen over bloemen die uit een bol komen, bomen die weer in blad komen of later weer verkleuren, muziek die onverwacht bij je binnenkomt. Dat alles maakt je leven rijker, plezieriger.
Ik ben blij dat ik dat vermogen nog heb, het brengt lichtpuntjes die je op gezette tijden nodig hebt.
verwonderen
labyrint
Vandaag liep ik het labyrint op een druk belopen stuk strand en zag mijn pad duidelijk voor me maar voelde me geregeld wankelen. Ik dacht dat ik in het echte leven vastberaden voorwaarts ging maar nu kwam er opeens een breuk in en daarna de tranen. Eindelijk kon ik huilen, snikken. Ik ging het labyrint uit en aan zee staan. Ik voelde liefdevolle handen op mijn schouders.
En ik weet dat ik op mijn pad verder zal gaan, met of zonder tranen, wankelend of vastberaden stappend.
Ik voelde de nabijheid van Ton en dat was volgens mij de oorzaak van de breuk. Opeens voelde ik het gemis zo duidelijk. Op de heenweg in het labyrint kwam vlak daarvoor ‘ los en toch verbonden’ in me op en zo is het en zo zal het blijven.
De doden zijn niet verdwenen, ze zijn alleen niet meer zichtbaar, maar gelukkig nog wel voelbaar zo af en toe. Al pratend met een van de medeloopsters kwam ik op de terugweg weer tot rust. Terug in het restaurant schreef ik erover maar besloot het niet hardop voor te lezen. Dat lag op dat moment nog te gevoelig.
nog een citaat van Augustinus
De doden zijn niet afwezig, zij zijn alleen onzichtbaar.
Niet lijfelijk aanwezig zijn en er toch zijn, dat zullen velen hebben ervaren die een geliefd, of gehaat, iemand hebben verloren. Verloren is eigenlijk niet het goede woord want dan is iets of iemand helemaal weg en dat is bij overledenen vaak juist niet het geval. Ondanks dat ze weg zijn, zijn ze er nog op een andere manier. Als hun beeld wordt opgeroepen door aan die persoon bewust te denken. Maar ook een geur, een klank kan die persoon oproepen. Wel denk ik dat het in de loop der tijd vermindert, tenzij je er elke dag mee bezig bent door tegen de foto te praten, constant herinneringen ophaalt. Maar ik denk dat je dan een deel van je huidige leven mist. Een goede combinatie vinden is zoeken, vallen en weer opstaan.
Maar waar een wil is zal de weg gevonden worden.
afbeelding Augustinus
augustinus
Vanochtend keek ik weer, zoals elke zondag, naar De Verwondering en zat te genieten. De gast vanochtend vertelde over Augustinus (354-430) en ik werd erdoor geraakt. Dus na afloop even Augustinus opgezocht en zijn citaten en ik nam me voor daar geregeld een van te pakken om bij te schrijven. Vanochtend koos ik deze:
De dood moet geen kwaad geacht worden, als hij het einde is van een goed leven.
Misschien is het daarom dat ik ‘gewoon’ doorga met mijn leven omdat ik weet dat Ton, ondanks al zijn lichamelijke misère, terugkeek op een goed leven. En dat ik voor mijzelf weet dat wij samen ook een goed leven hebben gehad.
Geen spijtgevoelens van ‘had ik maar…’
Het is nu ook weer niet zo dat ik fluitend langs de wegen fiets maar wel met een glimlach als ik iets moois tegenkom en met warmte in mijn hart als ik een geliefd iemand ontmoet.
En dan voel ik me een bevoorrecht mens en ben ik dankbaar voor wat ik heb gehad en voor wat ik nu nog heb.
vergrijzing
Gisteren schreef ik dus bij Nel en uit een kleine tekst koos ik het woord ‘Vergrijzing’.
Daar ging ik ook bij schrijven en na afloop gebruikte ik dat stukje tekst om te versieren.
Vergrijzing.
Mijn haren waren al vroeg grijs maar gelukkig volgt mijn geest dat nog steeds niet. Vanbuiten grijs, vanbinnen nog groen. Er ontstaan nog steeds nieuwe dingen in mij als groene scheuten uit een oude boom.
Geworteld zijn is belangrijk om groen vanbinnen te blijven. Ontworteld zijn maakt je grijs en dor vanbinnen.
Ik schreef er ooit een gedicht over en dat is nog steeds van toepassing:
net als een boom in het voorjaar
bot ik naar alle kanten uit
groen en slank van binnen
mollig in de etalageruit
Om mij heen ook veel grijs bij mijn vriendinnen maar gelukkig aan de buitenkant, vanbinnen botten ze ook nog altijd uit.
Ter afsluiting maakten we een woordgedicht.
vergrijzing
V vaak klinkt het negatief
E en het kan toch nog zo
R rijk aan nieuwe dingen zijn
G gewoon nieuwsgierig blijven
R regelmatig eropuit trekken
IJ ijs en weder dienende
Z zacht zijn voor jezelf
I in dagen dat het minder gaat
N niet mopperen op een haperend lijf
G gewoon verder gaan op zoek naar kleur
vergrijzing
Tot slot de bewerkte kaart rond het woord ‘vergrijzing’. Wat een heerlijke ochtend was dit weer. Thuis een dag geen water gebruiken dus het even elders zoeken, zoals bij Nel. En in de middag voor het eerst sinds een tijd weer gebridged en ook dat was heerlijk. En toen ik thuiskwam was het water weer zoals het moet zijn: bruikbaar.Ik had nog een kliekje zuurkool en dan wat tv kijken en zo is er dan een schrikkeldag om.
schrikkeljaar
Vanochtend bij Nel geschreven over o.a. Het schrikkeljaar
Schrikkeljaar
Als ik 29 februari jarig zou zijn
dan verouderde ik niet zo snel
dan kreeg ik wel minder geschenken
maar dat is niet zo erg
ik kan mezelf ook goed verwennen
eens in de vier jaar jarig zijn
hoe voelt dat in het echt?
als kind zal het wel moeilijk zijn
maar als oudere vrouw juist prima
geen gedoe, geen jaar erbij
oh, als ik toch eens op de 29e februari jarig zou zijn.
Nieuwe landschappen
‘De ware ontdekking is niet het vinden van nieuwe landschappen,
maar het krijgen van nieuwe ogen.’
Marcel Proust
Dit ervaaar ik deze week sterk nu ik elke dag langs hetzelfde stuk strand loop. Maar in mijn ogen is het niet hetzelfde want iedere dag ontdek ik iets nieuws en iedere dag maak ik vele foto’s om die ontdekkingen vast te leggen. De wind verandert schelpen in kleine duintjes, de zon brengt schaduwen die er eerst niet waren, de storm veegt het zand in nieuwe patronen, de zee golft heftiger of zachter en bandensporen laten een diepe indruk achter.
De keuze: eerst tegen de wind in om op te laden en dan op de terugweg de wind mee? Eerst tegen de wind in. Op de terugweg de wind in de rug en heel rustig gaan mijn ogen spiedend in het rond. En iedere keer als ik denk dat ik nu alles wel gezien heb ontdek ik iets nieuws en buk ik voor de honderste keer om iets van dichtbij te bekijken en vast te leggen.
Zo zie ik binnen een kilometere iedere dag een nieuw landschap ontstaan , gewoon door de tijd te nemen, te kijken en te zien. Weinig nodig om me gelukkig te voelen.
Droomdood
Ik kreeg van Nel een gedicht toegestuurd : Doodgewoon. Van Hanneke Leroux. En daar wil ik bij gaan schrijven. De eerste strofe haalt weer de laatste dagen van Ton naar boven. Ik neem de eerste zin: ‘
terwijl je droomdood
als een onmiskenbaar parfum naar binnen kiert’……
Droomdood. Droom je dan zelf dat je dood bent of droomt een ander dat? Het is een voorproefje van wat je te wachten staat en hoe zou dat voelen? Ton was niet bang voor de dood. Zou hij gedroomd hebben over het hiernamaals? Bijzonder woord is dat eigenlijk. Dat ‘hierna’ snap ik maar dat ‘maals’? Geen idee. Hij was er wel nieuwsgierig naar. Als ik thuis op de bank naar die mooie luchten kijk denk ik: is zijn geest daar ergens? Volgens mij blijft je geest, je energie, nog een tijdje in de buurt voor het verdwijnt. Maar hoe? Geen idee, en ook niet of het waar is. Graag wil ik het geloven want dan is hij nog niet totaal weg en komt hij misschien nog eens terug in een droom.
Maar eigenlijk vind ik dat niets voor Ton. Hij is meer van ‘weg is weg’. Gelukkig blijft hij wel gewoon in onze gedachten en gesprekken. Als een ‘onmisbaar parfum dat naar binnen kiert’.
binnen en buiten
Vandaag is het al weer vier weken geleden dat Ton overleed. Als aan me gevraagd wordt hoe het met me gaat zeg ik’ goed’. Want ik ga eropuit, kook voor mezelf, lees weer een boek, kijk de hele avond tv, ben zelfs weer naar een concert geweest en heb daarvan genoten.
En toch, en toch. Er zit ook een heel dof deel in mij. Het voelt alsof ik in een soort luchtbel zit waar echte gevoelens van verdriet, gemis, niet binnen kunnen komen. Huilen lukt niet, diep eenzaamheid voel ik (nog) niet. Het voelt vreemd zo’n groot verschil tussen mijn binnen-en buitenwereld.
Gelukkig kan ik goed alleen zijn en heb ik geen moeite met stilte. Maar thuis is de stilte nu anders, leger.
Binnenkort ga ik weer naar zee bij Groote Keeten met dochter A. en man en teckel Bas. Fijn elke dag langs het strand lopen, samen of alleen. Misschien wordt daar de beschermbel doorgeprikt. En zo niet dan ga ik niet op zoek naar iets scherps om het door te prikken maar blijf ik erin tot hij zijn tijd gehad heeft. Alles heeft zijn eigen tijd.
regels
Afgelopen vrijdag kwam onze oudste bij Ton en kon ik naar ‘de schildermeisjes’ bij Nel. Ieder van ons vieren had weer een deel van een schilderij op eigen wijze bewerkt en wederom wonderlijk hoe het weer bij elkaar paste.
En zoals altijd gingen we er ook bij schrijven. zoals bij de zin: ‘Er zijn geen regels, de enige richtlijnen zijn kleurrijk’.
Ik schreef:
Dat woord ‘richtlijnen’ geeft me direct allerlei kleurrijke associaties. Strepen over een wit vel. Strepen die elkaar kruisen, omarmen, samenvallen. Hun kleuren mengen zich of blijven op zichzelf als ze apart staan. Geen vooropgezet plan, geen regels maar de penseel en de verf gewoon hun weg laten vinden. Het is een denkbeeldig vrolijk abstract werk geworden. Geen Kandinskyachtig werk want het zijn alleen gerichte lijnen die uit zichzelf hun richting zoeken. Zonder plan, zonder vastgelegde regels ergens aan beginnen, zoals de vijf minuten schrijven nu, levert altijd verrassingen op. En als de tijd om is, dat is wel de regel, dan stopt het en is het klaar.
Zo’n ochtend laadt me altijd weer op. En als het goed gaat komt komende vrijdag onze jongste en kan ik naar museum Voorlinden. Ben ik even uit de zorg weg, even met totaal andere dingen bezig zijn. Ik kan me thuis ook goed vermaken maar de ‘alertknop’ staat altijd aan en ook de verzorgmodus gaat dag en nacht door. Gelukkig is Ton zo’n makkelijke patiënt. Maar zien lijden doet mee lijden en dat is soms erg zwaar. Gelukkig hebben we een liefdevol vangnet om ons heen dat ons opvangt als het nodig is. Ik zoek even een tekening van mezelf die mijn gevoel van nu weergeeft.