Ik schreef het al vaker dat ik zo blij ben met al die lieve mensen om me heen. Een van hen is vriendin B. die net als ik van de natuur houdt, van fotograferen, schrijven en lekker lunchen. Dat alles kwam gisteren samen. Eerst gingen we met een groep schrijven in Thijsse’s Hof en na afloop met z’n tweetjes lunchen in de ons zo bekende Stinkende Emmer. Hoe rijk kun je zijn, laat het dan maar regenen, dat geeft gewoon een andere sfeer.
Na zo’n 20 minuten alleen door de hof gelopen te hebben gingen we weer schrijven. ik schreef:
Stil zittend bij de vijver met zicht op de witte waterlelies en de bedrijvige meerkoeten met hun witte snavelpunten kom ik tot rust en bedenk dat net als de waterlelies die uit het donker oplichten, ik ook lichtpunten heb in donkere dagen. Het mag dan soms niet meer zo warm voelen, regen ik soms gewoon nat, ik weet dat ik een warme plek heb waar het ook droog is.
Het ijle gras dat met ieder zuchtje wind meebeweegt laat me zien dat je niet altijd groot en sterk hoeft te zijn maar mee moet bewegen met wat langskomt en dat je toch weer rechtop komt te staan.
Dat heb ik dit jaar ervaren. Soms fier rechtopstaand, soms zacht meebewegend en af en toe het gevoel hebbend te gaan knakken. Maar toch ben ik sterker dan ik denk en weet ik me weer rechtop te krijgen. Dan geniet ik van wat er om me heen gebeurt.
Je hoeft niet een grote stevige eik te zijn om overeind te blijven.
In een ogenschijnlijk saai stuk groen staat één grote enkele campanula als een soort troostprijs. Ik word er blij van. Het zijn de onverwachte ontmoetingen die je weer opbeuren, als je er maar voor open staat.